DEN HAAG – Het is slecht gesteld met de kennis van de Nederlandse geschiedenis op basisscholen. Dat concludeert VVD Tweede Kamerlid Ton Elias naar aanleiding van de ‘Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau’ (PPON) door het CITO. De liberaal wil dat mijlpalen in de vaderlandse geschiedenis worden verankerd in het onderwijs. Om die reden wil de VVD de geschiedeniscanon verplicht stellen.
Uit het PPON-rapport blijkt dat slechts 59% van de leerlingen het niveau ‘ voldoende beheersing’ bereikt. Volgens de CITO-standaard zou dat 70-75% moeten zijn. Dit niveau is sinds 2000 slechts met één procent gestegen. De groep leerlingen die het niveau ‘gevorderd’ behaalt, slechts 17%, is ten opzichte van 2000 gelijk gebleven. ‘We zien dus een te verwaarlozen vooruitgang in de kennis van de Nederlandse geschiedenis’, vindt Elias, die aangeeft hierover in overleg te willen treden met de Minister van Onderwijs.
Volgens het PPON-rapport geeft een meerderheid van de leraren aan dat het onderwijsprogramma hen onvoldoende tijd laat voor geschiedenis en ongeveer de helft van de leraren ervaart onvoldoende interesse bij de leerlingen voor het vak. Iets minder dan de helft van de leraren zegt over onvoldoende informatie te beschikken over de eigen omgevingsgeschiedenis en onvoldoende tijd te hebben om de les goed voor te bereiden. ‘Hieruit blijkt zonneklaar dat geschiedenisleraren er een tandje bij moeten zetten. En het wordt hoog tijd de geschiedeniscanon verplicht te stellen. We moeten in Nederland niet zo nonchalant met onze geschiedenis en met onze identiteit omgaan. Daar moet je In Frankrijk of Engeland eens mee aankomen. Ik hoop dat de minister van Onderwijs dat nu ook snel wil inzien’, aldus het VVD Tweede Kamerlid.