meer berichten uit 2012

Passend onderwijs en platte demagogische vakbondsnonsens 

Morgen stroomt de Amsterdam Arena vol met tienduizenden leraren die protesteren tegen de bezuinigingen op het passend onderwijs. Opgehitst door de vakbonden zijn de meesten van hen naar de Arena gelokt met het doembeeld dat dit Kabinet het passend onderwijs de nek om zou draaien en de belangen van kinderen met voeten zou treden.

Laat ik beginnen met de feiten, dat valt ook opponenten aan te bevelen.

De totale bezuiniging op het passend onderwijs bedraagt € 300 miljoen. Dat is een fors bedrag, maar na deze bezuiniging is er nog altijd € 1,9 miljard beschikbaar voor passend onderwijs en onderwijsondersteuning. De huidige 70.000 plaatsen in het speciaal onderwijs (voor kinderen die op een normale school onmopgelijk kunnen meekomen) blijven dan ook bestaan. De € 300 miljoen die wordt bezuinigd wordt voor bijna de helft gevonden door te snijden in bureaucratische rompslomp. Een kwart is afkomstig van snijden in de kosten van de speciale hulp voor kinderen op reguliere scholen, die ervoor zorgt dat ze op een normale school kunnen blijven (in vreeswekkend onderwijsjargon heet die hulp: de ambulante begeleiding). Door tenslotte de klassen in het speciaal onderwijs met 10% te vergroten, wordt het laatste kwart van de bezuiniging gerealiseerd.

Uitgangspunt is en blijft, zeker ook voor de VVD, dat kinderen die werkelijk zorg nodig hebben deze zullen blijven ontvangen. We gaan wél beter kijken welke kinderen daadwerkelijk gebruik moeten maken van speciale voorzieningen. Want de afgelopen jaren heeft daar een explosie plaatsgevonden. Er worden simpelweg teveel kinderen aangemerkt alsof er iets met hen aan de hand is. Voor hen is geld beschikbaar, dat een ‘rugzak’ is gaan heten: met dat geld trekken de ouders virtueel in de rondte en kunnen ze extra hulp voor hun kind laten inkopen. Dat systeem werkt niet, omdat het wel een gaspedaal, maar geen rem kent: een indicatie voor het kind, betekent immers geld voor de school. Scholen zijn graag behulpzaam en hier en daar financieren ze er de conciërge zelfs van, dat is een publiek geheim in onderwijsland.

Anno 2012 hebben we dan ook vier keer zoveel rugzakkinderen als in 2003. In het voortgezet onderwijs is inmiddels met één op de vijf kinderen iets zodanig ernstig mis, dat ze bijzondere begeleiding nodig hebben. Dat zijn bizarre cijfers. Het is belachelijk dat een lerarenteam van een 13/ 14-jarig kind vindt dat het maar beter Concerta of Ritalin kan slikken als het lastig is in de klas om de ouders vervolgens te bewegen naar een makkelijk voorschrijvende arts te gaan. Ik verzin het niet, dit gebeurt. Daarmee medicaliseren we onze kinderen én onze samenleving. Daar horen we principieel stelling tegen te nemen. Dat doet het kabinet dus ook, want het schaft dit uit de hand lopende rugzaksysteem af. Scholen krijgen een zorgplicht: een ouder meldt een kind aan en de school plaatst het daar (al dan niet met extra hulp) of verzorgt een plek op een speciale school. Ze opereren in regionaal georganiseerde samenwerkingsverbanden. Daarmee komt de belangrijke beweging op gang dat sommige kinderen die nu nog naar het speciaal onderwijs worden verwezen weer naar de ‘gewone’ school gaan en daar de specialistische hulp bij krijgen die nú nog ten onrechte voor kinderen die dat eigenlijk niet nodig hebben wordt ingezet.

Naast die principiële kant van de zaak, neemt de Tweede Kamer deze week ook concrete maatregelen die ertoe zullen leiden dat het hele staketsel beter gaat functioneren. Te vaak hoor ik verhalen van ouders over langs elkaar heen werkende adviseurs en over beroerde organisatie. Door rigoureus te snijden in de bureaucratische rompslomp, voorkomen we dat ouders van het kastje naar de muur worden gestuurd. We gaan het geld voor ambulante begeleiding (deskundigen die een kind op school tijdelijk ondersteunen) effectiever en transparanter inzetten. Dat is nodig, want nu hebben ouders vaak geen idee hoe het geld besteed wordt. Nogal eens worden ouders gestimuleerd om de duurste zorg aan te vragen in plaats van de best passende zorg. Die perverse prikkel halen we uit het systeem. Tenslotte investeert het kabinet in het lerarenbeleid en de lerarenopleiding om te zorgen dat leraren (beter) leren omgaan met verschillen in de klas. Meer deskundigheid in het reguliere onderwijs leidt tot minder behoefte aan speciaal onderwijs. Er zijn uiteraard ook veel buitengewoon nuttige en gekwalificeerde specialisten, die nu met dat rugzakgeld worden ingehuurd op school. Het is simpelweg onjuist en onwaar dat die nieuwe samenwerkingsverbanden hen niet opnieuw alsnog kunnen inhuren. Het zullen er wel minder zijn, het zullen alleen de beteren zijn en ze zullen het efficiënter moeten organiseren – niks mee mee voor wie bedenkt dat ze van belastinggeld betaald worden. En inderdaad: een aantal zal z’n baan verliezen, de belangrijkste reden voor de vakbond om nu zo’n keel op te zetten.

Dat kinderen de dupe worden van een betere inrichting van dit deel van het onderwijsgebouw, is dan ook simpelweg niet waar en dat er een ‘onverantwoorde kaalslag’ op til zou zijn is platte demagogische vakbondsnonsens.

Een land dat terugschakelt naar het uitgavenniveau dat ook in 2005 beschikbaar was voor de speciale begeleiding van kinderen die dat werkelijk nodig hebben, is niet ineens een asociaal land geworden.

Ton Elias, onderwijswoordvoerder VVD Tweede Kamer

Verschenen in bekorte versie in NRC, d.d. 05-03-2012

Lees meer

Over passend onderwijs ontvang ik zeer veel mails. Ik lees ze wel degelijk allemaal, maar kan ze onmogelijk allemaal op individuele basis behandelen; daarom probeer ik op deze wijze uw vragen te beantwoorden.

Uitgangspunt voor de VVD is dat kinderen die de zwaarste zorg nodig hebben, deze ook daadwerkelijk moeten krijgen en dat kan in het speciaal onderwijs. Daar blijven de bestaande 70.000 plaatsen beschikbaar. Niet ieder kind is echter gebaat bij speciaal onderwijs. Kinderen krijgen te vaak een etiket opgeplakt en worden soms van school naar school gestuurd of zitten thuis. Passend onderwijs moet een systeem zijn dat ieder kind een passende plek biedt. Meer kinderen kunnen in het reguliere onderwijs blijven. Een kind met lichte zorgvraag behoeft geen aparte klas, want ook later neemt hij of zij deel in de reguliere maatschappij. Leraren moeten hierop anticiperen en krijgen meer geld om te professionaliseren. Vanaf 2015 is na een bezuiniging van € 300 miljoen nog steeds € 1,9 miljard beschikbaar voor speciaal onderwijs/onderwijsondersteuning.

Voor de VVD is het belangrijk dat kinderen die werkelijk zorg nodig hebben, deze zullen blijven ontvangen. Daar zet ik mij in de Tweede Kamer ook persoonlijk voor in. Vanaf de behandeling van de onderwijsbegroting in november 2010 ben ik daar glashelder over geweest. Voorts wil de VVD niet dat scholen voor speciaal onderwijs omvallen. Dat is ook precies waarom de VVD in februari 2011 samen met CDA en PVV van onderwijsminister Van Bijsterveldt heeft verlangd dat ze de plannen zodanig bijstelde, dat er geen scholen voor speciaal onderwijs gesloten behoefden te worden. De politiek-maatschappelijke kern waar het bij passend onderwijs om draait betreft de vraag of alle hulp, die we kúnnen bieden, ook daadwerkelijk geboden en gefinancierd moet worden door de overheid. En mijn fractie zegt dan dat er niet met één op de vijf kinderen in het voortgezet onderwijs iets zodanig ernstig mis is dat ze speciaal onderwijs of bijzondere begeleiding nodig hebben. Voor mij staat daarom vast dat de beweging die dit Kabinet inzet om meer kinderen in het gewone onderwijs te houden de juiste is. Er worden simpelweg teveel kinderen aangemerkt alsof er iets met hen ‘mis’ is. Niet ieder gedragsprobleem in een klas moet tot een indicatie leiden. We plakken te snel en we plakken te vaak een etiket op een kind. We hebben vier keer zoveel rugzakkinderen als in 2003. Dát is pas niet normaal. Het signaal van wetenschappers luidt bovendien dat té vaak onduidelijk is of speciale begeleiding eigenlijk wel helpt. Dat moet de samenleving en dat moeten dus ook politici serieus nemen. Er zijn teveel indicaties en het gebeurt dat een lerarenteam over een 13, 14-jarig kind vindt dat het maar beter Concerta of Ritalin kan slikken als het lastig is in de klas om de ouders vervolgens te bewegen naar een makkelijk voorschrijvende arts te gaan. Dat is belachelijk. We medicaliseren onze kinderen – en daarmee onze samenleving. Daar horen we principieel stelling tegen te nemen.

Naast die principiële kant van de zaak, is het ook héél erg raar dat nooit een haan naar de kosten van rugzakken kraaide. Ouders mét kind naar acht sessies met een orthopedagoog sturen kost geld; geld dat we moeten gebruiken voor kinderen die écht zorg nodig hebben. Een belangrijk deel van de bezuinigingen op het passend onderwijs van € 300 miljoen valt te vinden door rigoureus te snijden in de bureaucratische rompslomp. Ik krijg van ouders veel teveel kastje-naar-de-muurverhalen over langs elkaar heen werkende adviseurs en over beroerde organisatie.

De manier waarop we passend onderwijs de afgelopen tien jaar hebben ingericht, lokt uit dat we teveel kinderen als hulpbehoevend bestempelen, ook als dit niet in het belang van het kind is. Ik vind dat de onderwijswereld die kant van de medaille scherper in het vizier moet willen krijgen. Ook zonder bezuinigingsnoodzaak zouden we, in het belang van het onderwijs en in het belang van kinderen, het steeds maar groeiende passend onderwijs moeten indammen. Maar zelfs mét de dringende noodzaak tot bezuinigen om de staatskas weer op orde te krijgen geldt dit: een land waar vanaf 2015 nog altijd hetzelfde bedrag als in 2005, namelijk zo’n kleine twee miljard euro beschikbaar blijft voor speciale begeleiding en voor speciaal onderwijs, is niet een asociaal land. De totale bezuiniging op het passend onderwijs bedraagt € 300 miljoen, waarvan bijna de helft wordt gevonden door te snijden in bureaucratische rompslomp, terwijl grofweg een kwart wordt bezuinigd op zogeheten ambulante begeleiding en een laatste kwart door de klassen in het speciaal onderwijs met 10% te vergroten.

De bezuiniging op passend onderwijs zal, zo blijkt uit een inventarisatie van het Ministerie van Onderwijs, ten koste gaan van een aantal banen in het passend onderwijs. In overleg met de onderwijsvakbonden heeft de minister van onderwijs een pakket maatregelen opgesteld om zoveel mogelijk gedwongen ontslagen te voorkomen en expertise te behouden. De verwachting is dat veel van de werknemers aan het werk kunnen in de nieuwe samenwerkingsverbanden en dat expertise daarmee behouden blijft. Voorts kan het geld voor ambulante begeleiding (deskundigen die een kind op school tijdelijk ondersteunen) effectiever en transparanter worden ingezet. Uit evaluaties van de Evaluatie- en adviescommissie Passend onderwijs (ECPO) blijkt dat ouders nu vaak geen idee hebben hoe het geld voor de ambulante begeleiding van hun kind besteed wordt.

Het budget voor prestatiebeloning wordt nogal eens gezien als een mogelijkheid om de bezuiniging op passend onderwijs ongedaan te maken. Prestatiebeloning is door de inzet van de VVD in het regeerakkoord gekomen en voor de VVD is het van belang dat prestatiebeloning ook daadwerkelijk wordt ingevoerd. Het bedrag dat dit Kabinet beschikbaar stelt voor prestatiebeloning zal daarom niet worden ingezet voor het passend onderwijs, maar vanzelfsprekend wel voor het belonen van excellentie in ook het speciaal onderwijs. Voorts investeert het Kabinet met nadrukkelijke steun van de VVD in het lerarenbeleid en de lerarenopleiding om te zorgen dat leraren (beter) leren omgaan met verschillen in de klas, zeker wanneer straks meer kinderen met een lichte zorgvraag naar het reguliere onderwijs zullen gaan.

Het definitieve wetsvoorstel is eind 2011 aan de Tweede Kamer gestuurd en zeer nauwkeurig bestudeerd door de VVD. Op hoofdlijnen heeft het vanwege de bovenbeschreven uitgangspunten onze instemming.

Op deze Internetsite (http://www.tonelias.vvd.nl) vindt u verschillende bijdragen van de VVD over passend onderwijs.

Ton Elias, woordvoerder onderwijs van de Tweede Kamerfractie van de VVD

Lees meer

Kamervragen Ton Elias inzake stakingen onderwijs aan de Minister van Onderwijs

  1. Heeft u kennisgenomen van de situatie dat vele scholen – ondermeer de Jenaplanschool Wittevrouwen te Utrecht, De Rank te Schagen en de brede school Annie M.G. Schmidt te Amsterdam – hebben meegedeeld dat de school gesloten is tijdens de voorgenomen onderwijsstaking op dinsdag 6 maart 2012 en dat leraren de facto niet de keus hebben om les te geven? Hoe beoordeelt u het feit dat de werkgever besluit te gaan staken en door de school te sluiten leraren de mogelijkheid ontneemt onderwijs te verzorgen?
  2. Heeft u kennisgenomen van het besluit van het College van bestuur van Scholengroep Spinoza om de scholen op donderdag 26-01-2012 te sluiten en personeel actief op te roepen te gaan staken?[1] Zo ja, hoe beoordeelt u het actief oproepen tot staking door schoolbesturen?
  3. Bent u bekend met de stelling dat een school gesloten wordt als 30% of meer van de leraren staakt?[2] Zo ja, waar is die op gebaseerd?
  4. Heeft u kennisgenomen van het feit dat verschillende scholen ouders voor een voldongen feit stellen door hen mede te delen (vaak per mail of brief) de school te sluiten bij de staking op dinsdag 6 maart 2012?
  5. Hoe oordeelt u over het gegeven dat ouders in zulke gevallen geen inspraak hebben in het besluit een school al dan niet te sluiten?
  6. Bent u met de VVD van mening dat ouders terecht bezwaar maken tegen het sluiten van scholen, omdat het hen opzadelt met extra kosten voor kinderopvang dan wel noodzaakt tot het opnemen van een extra vrije dag?[3] Zo ja, vindt u dat scholen een oplossing moeten bieden voor ouders die niet de mogelijkheid hebben opvang te regelen of een vrije dag te nemen?
  7. Deelt u de mening van sommige ouders dat het vreemd is dat leraren van overheidswege worden doorbetaald wanneer zij staken, dan wel uit de stakingskas worden betaald, terwijl deze ouders zelf extra kosten moeten maken? Zo nee, waarom niet?
  8. Heeft u kennisgenomen van het besluit van sommige scholen die hun deuren sluiten op de dag van de staking om eveneens geen voor- en naschoolse opvang aanbieden? Zo ja, is dit wettelijk toegestaan? Wanneer dit niet wettelijk toegestaan is, welke eventuele acties kan de Minister ondernemen tegen scholen die hiertoe wel besloten hebben?
  9. Bent u er mee bekend dat volgens de gespecialiseerde vakbondspers[4]veel werkgevers hun docenten na de vorige staking d.d. 26-01-2012 niet hebben gekort op hun salaris. Hoe beoordeelt de Minister dit besluit van de werkgevers, waarover zij tijdens het mondelinge vragen uur d.d. 31-01-2012 nog geen antwoord kon geven?
  10. Kunt u inmiddels aangeven hoeveel scholen hun leraren doorbetaalden na de staking van donderdag 26 januari?
  11. Heeft u kennisgenomen van de stelling van Agnes Jongerius, voorzitter van de FNV, dat het inhalen van de gestaakte uren door leraren tegen het stakingsrecht is?[5] Zo ja, hoe beoordeelt u die stellingname?
  12. De Inspectie voor het Onderwijs zal, zoals u eerder aankondigde, kijken naar de urenrealisatie van scholen en of voldoende onderwijsuren zijn gerealiseerd. Hoe verhoudt dit zich tot de onder vraag 11 genoemde stelling van de FNV-voorzitter?
  13. In uw brief inzake het passend onderwijs d.d. 31-03-2011[6] stelt u dat de schoolbesturen de kosten voor het vervoer van leraren naar de landelijke manifestatie passend onderwijs te Nieuwegein d.d. 09-02-2011 hebben betaald. Tijdens het vragenuur d.d. 31-01-2012 antwoordde u echter op mijn mondelinge vragen dat het vervoer niet betaald zou zijn door de schoolbesturen. Kunt u definitief bevestigen dan wel ontkrachten dat de schoolbesturen het vervoer voor stakende leraren hebben betaald?
  14. Hoe beoordeelt u de houding van een meerderheid van de schoolbesturen verenigd in de VO-Raad die reeds op voorhand per resolutie verklaarde dat zij een democratisch genomen besluit inzake het wetsvoorstel ‘onderwijstijd’ niet zal uitvoeren?[7]
  15. Tegen het wetsvoorstel passend onderwijs is reeds op meerdere momenten gedemonstreerd. Bent u met de VVD van mening dat het keer-op-keer demonstreren tegen het wetsvoorstel en de eerder geuite plannen zonder nieuwe standpunten naar voren te brengen leerlingen onnodig de dupe laat zijn door afwezigheid van docenten?

[1] Brief College van Bestuur Scholengroep Spinoza aan ouders en leerlingen d.d. 20-01-2012.

[2] Telegraaf, 27-02-2012, ‘Staking onderwijs strop ouders’

[3] Telegraaf, 27-02-2012, ‘Staking onderwijs strop ouders’

[4] CNV Schooljournaal, 11-02-2012, ‘Hoeveel salaris wordt ingehouden na de staking?’, p. 21. Brief College van Bestuur Scholengroep Spinoza aan ouders en leerlingen d.d. 20-01-2012.

[5] http://www.fnv.nl/pers/perskamer/persberichten/120201FNVpasopvanBijsterveldtstakeniseengrondrecht/

[6] Kamerstuk 31497, nr. 56

[7] Resolutie ‘1040 uur’, http://www.vo-raad.nl/actueel/nieuws/besluitvorming-alv-1-december-2011

Lees meer

VVD: Stakingsdwang op school principieel onjuist

Meerdere scholen verplichten hun personeel om dinsdag aanstaande mee te doen met de onderwijsstaking en leggen de rekening daarvoor neer bij de overheid, leerlingen en hun ouders. Ze sluiten de school, sturen hun personeel in een bus naar Amsterdam en regelen geen opvang voor de kinderen. Hierdoor worden ouders vaak verplicht om een dag vrij te nemen. “Zeer onjuist” aldus VVD-onderwijswoordvoerder Ton Elias. “Natuurlijk, in Nederland hebben we stakingsrecht. Maar scholen die hun werknemers verplichten om te staken en de leerlingen en hun ouders vervolgens aan hun lot over laten zijn geen knip voor de neus waard.”

Het is niet de eerste keer dat leraren het werk neerleggen en ook nu blijkt weer dat veel werkgevers leraren die gaan staken niet zullen korten op hun salaris maar op kosten van de belastingbetaler doorbetalen. “Ouders worden opgezadeld met extra kosten voor kinderopvang of worden gedwongen tot het opnemen van een extra vrije dag. Terwijl de stakende leraren krijgen doorbetaald, moeten de werkende ouders extra kosten maken. De wereld op zijn kop”, aldus de liberaal die een serie schriftelijke vragen aan de Minister van Onderwijs heeft gesteld (zie bijlage).

Elias ergert zich ook aan het feit dat welwillende leraren voor een voldongen feit worden gesteld. “Er zijn scholen die niet alleen de ouders, maar ook leraren voor het blok zetten. Ik wil van de Minister weten wat zij er van vindt dat de werkgever besluit te gaan staken, de school sluit en leraren daardoor de mogelijkheid ontneemt aan het werk te gaan.”

Volgens de VVD’er legt het keer-op-keer demonstreren zonder nieuwe standpunten naar voren te brengen een onnodig beslag op de kwaliteit van het onderwijs door afwezigheid van docenten. “Ga lesgeven in plaats van staken, zou mijn oproep zijn”, aldus Elias.

Lees meer

Open brief Ton Elias aan rectoren regio Rijnmond en Rotterdam

Zeergeachte heer Timmermans,

tegen vage beschuldigingen kan ik mij niet verweren. Vandaar dat ik u vraag mij concreet aan te geven waar, wanneer en hoe ik leraren heb weggezet als voetvegen. Ik voeg drie artikelen van mijn hand bij, die wijzen op het grote belang van de leerkracht in het Nederlandse onderwijsbestel, maar die ook inhoudelijk gefundeerde kritiek bevatten. Ik tart u mij aan te geven hoe u daar uw onheuse bewering van af meent te kunnen leiden. Van schoolleiders mag naar mijn mening beter worden verwacht.

Voorts wil ik graag van u weten of u, met een ruime meerderheid van scholen die zijn aangesloten bij de VO-raad, van mening bent dat scholen een genomen democratisch besluit naast zich neer kunnen leggen, een opvatting waartegen ik principiële bezwaren heb, maar die niettemin bij resolutie is aangenomen: als ook de Eerste Kamer de wet op de onderwijstijd zou aannemen, hebben scholen die georganiseerd zijn in VO-raad-verband op voorhand reeds verklaard deze niet te zullen uitvoeren.

Graag uw reactie,

Ton Elias, Kamerlid VVD

Bijlagen:

1) Brabants Dagblad, ‘Scholen verdienen betere leraren’ (06-10-2011)

2) Volkskrant, ‘Docent in het stenen onderwijstijdperk’ (26-01-2012)

3) Liber, ‘Leraar is een prachtberoep’ (wordt vrijdag 17 februari gepubliceerd in het ledenblad van de VVD)

 

De open brief is gericht aan de heer Hans Timmermans, rector Alfrink College Zoetermeer, n.a.v. een brief (klik hier)aan Minister van Bijsterveldt en de Tweede Kamer, die door de volgende rectoren is medeondertekend:

Jan van Beveren, directeur St Jozef MAVO, Vlaardingen

Martin Duivenvoorden, rector Aloysius College, ‘s-Gravenhage

Rob van Oevelen, rector SG Spieringshoek, Schiedam

Thijs Veraart, rector Sint Maartenscollege, Voorburg

Willem Vonk, rector CityCollege, Rotterdam

Kees Booij, rector Veurs Lyceum, Leidschendam

Ben Dijkmans, rector Adelbert College, Wassenaar

Jos van Eyk, rector Vlietland College, Leiden

Lees meer

Ton Elias stelt mondelinge vragen aan Minister van Onderwijs over doorbetalen loon van stakende leraren

Gelukkig heeft een grote meerderheid van leraren vorige week donderdag gewoon voor de klas gestaan.

Toch heeft een belangrijke minderheid besloten die dag te staken, voornamelijk tegen de vermindering van het aantal vakantieweken van 12 naar 11 per jaar en vanwege 40 uur meer lesgeven per jaar aan leerlingen.

Staken, geen les geven en toetsen die meetellen voor eindexamens verzetten zijn zware middelen. En je kunt dus zeer van mening verschillen over de vraag of het gerechtvaardigd is dit zware stakingswapen in te zetten. Voor alle duidelijkheid: de VVD-fractie respecteert het stakingsrecht. Maar dan wel op eigen kosten. Wie staakt moet dat volgens de VVD-fractie óf op eigen kosten doen óf op kosten van de stakingskas van de vakbond.

Volgens de voorzitter van de vakbond Leraren in Aktie de heer Althuizen, hebben zo’n honderd scholen bij een actie eerdere deze maand de leraren doorbetaald. En naar verwachting zal dat bij de staking van vorige week donderdag weer het geval zijn.

Enkele vragen aan de Minister:

Heeft zij cijfers of kan en wil zij die zo snel mogelijk verstrekken over het doorbetalen?

Vindt zij het juist dat geld dat deze Tweede Kamer via de begroting naar de schoolbesturen sluist met de bedoeling om daar onderwijs van te laten geven gebruikt wordt om een staking te financieren?Daarbij roep ik in herinnering dat het Ministerie op soortgelijke vragen van mij vorig jaar heeft gezegd (1 februari 2011) het onjuist te vinden dat bij een demonstratie in Nieuwegein tegen het onderwijsbeleid het vervoer naar die bijeenkomst op kosten van onderwijsgelden was geregeld.

Is zij bereid de werkgevers in het onderwijs op te roepen om af te zien van deze zeer merkwaardige opstelling?

En tenslotte, vindt zij dat als werkgevers in het onderwijs blijven doorgaan met dit soort dingen, dat hiertegen maatregelen in de maak zouden moeten worden genomen? Het gaat hier namelijk ten eerste om een principe: wij als Tweede Kamer hechten onze goedkeuring aan het uitgeven van gelden voor onderwijs en niet voor stilliggen scholen. Maar daarnaast proef ik er een onjuiste mentaliteit in. ‘Het gaat maar om één dag en laten we ons daar nou maar niet druk om maken, want om zulke enorme bedragen draait het immers niet.’ Graag de mening van de Minister.

Lees meer

Sommige leraren zijn werkelijk ernstig de weg kwijt

Ik krijg nogal wat boze mails van leraren. De teneur is dat ik hen verwijt lui te zijn. Dat is echter zoals de AOb (de FNV-bond voor onderwijsgevenden) mijn woorden heeft verdraaid. Uit al mijn bijdragen blijkt respect voor het vak van de leraar, leest u het maar na op deze site, maar wens ik óók te benoemen welke feilen er aan de beroepsgroep kleven. Het verbaast me zeer, om steker termen te vermijden, dat mijn woorden door verantwoordelijke bestuurders worden verdraaid tot kreten als zou ik gezegd hebben dat ‘de’ leraar lui is. Ik kom juist op voor die – meerderheid van – leraren die de school draaiend houden. Wat de wet op de onderwijstijd betreft: deze heb ik vooral gesteund, omdat er van de schoolleiding geëist kan gaan worden dat roosters beter in elkaar zitten en lesuitval minder getolereerd zal worden. Ik vind dat, mét veel ouders en leerlingen, namelijk een belangrijk probleem: het gehang in de gang en het relatieve gemak waarmee lessen uitvallen. Juist van hardwerkende leraren kreeg ik regelmatig de vraag of niet wat strenger kon worden opgetreden tegen de minderheid van collegae, die het niet zo nauw met de werkmentaliteit nam.

Twee mails pik ik er vandaag uit om op mijn persoonlijke site te zetten. Eerst van iemand die anoniem wil blijven. Opvallend is dat ik er daar vrij veel van ontvang. De situatie in de lerarenkamer is voor degenen die het eens zijn met kritiek op (een deel van de!) leraren inmiddels kennelijk bedreigend en ik vind dat veelzeggend:

Aan: Ton Elias

Onderwerp: Via VVD Ton Elias website

Beste heer Elias,

Ik ben het meer dan met uw verhaal in de Volkskrant eens. In het voorgezet onderwijs worden geen eisen meer gesteld. Ik heb 39 jaar examenklassen gehad en me telkens geërgerd aan de veel te hoge schoolonderzoekcijfers, waardoor ik voor joker tweede corrector was. Volgens mij moet de Inspectie daar eens op ingrijpen. Mijn schoolonderzoekcijfers weken nooit meer dan 0.5 af van het schriftelijk examen (gemiddeld natuurlijk). Laat de Inspectie daar eens actie op ondernemen.

Gr. [Anoniem]

Tenslotte wil ik nog een opvallende mailwisseling met de volgers van deze site delen. Ik heb het een paar keer gelezen, want ik geloofde mijn ogen niet. Wat hier eigenlijk staat is: “Als ik slecht geslapen heb, geef ik slecht les en dat mag. De eerste 5 jaar geef ik slecht les en dat mag. Als ik maar wat aanrommel in een les omwille van de gezelligheid en het groepsproces, mag dat ook. En als ik 26 (!) uur werk, dan ben ik daarvan een aantal uren niet effectief en dat mag”. Oordeelt u als lezer zelf. Ik heb – om de mailer tegen zichzelf te beschermen – ook hier de naam maar weggelaten.

Van: [Anoniem]

Datum: 27 januari 2012, 00:15u

Aan: Elias T.M.Ch.

Onderwerp: Uw optreden in Pownews

Geachte heer Elias,

Vanavond zag ik u in het programma Pownews en sprak u over het onderwijs. Zelf ben ik voltijds docent in de bovenbouw van het vmbo. Zelf heb ik niet gestaakt en dat zal ik ook niet zo snel doen. Maar tot mijn verbazing had u het over 12 weken vakantie en verworven onrecht.

Dat u als volksvertegenwoordiger zo spreekt over het onderwijs vind ik pijnlijk. Leerlingen die bij mij deze argumentatie gebruiken zal ik zonder meer corrigeren. Blijf bij de feiten en weet waar je over spreekt zal mijn argumentatie zijn.

Bij deze nodig ik u dan ook van harte uit om eens echt een dag les te geven in het vmbo onderwijs. Hopelijk dat u dan met meer kennis van zaken en met het daarbij behorende respect over het onderwijs spreekt.

Met vriendelijke groet,

[Anoniem]

Van: Elias T.M.Ch.

Datum: 27 januari 2012, 06:45u

Aan: [Anoniem]

Onderwerp: Re: Uw optreden in Pownews

En uw reactie op mijn inhoudelijke verwijt over door de Inspectie geconstateerde zwakte van lesgeven, zie ook mijn artikel in De Volkskrant van gisteren? Wat mij opvalt is dat velen daar zeer gemakkelijk aan voorbij gaan.

Ton Elias

Van: [Anoniem]

Datum: 27 januari 2012, 12.06u

Aan: Elias T.M.Ch.

Onderwerp: Antw.: Uw optreden in Pownews

Geachte heer Elias,

Dank voor uw reactie.

Natuurlijk valt er ook in het onderwijs nog wel wat te verbeteren.   Toch ben ik persoonlijk zeer tevreden met deze score. Dat heeft met de definities te maken die gehanteerd worden. In het onderwijs hebben wij niet alleen met lesinhoud, maar ook met groepsprocessen te maken. Zo kan een ‘gezellige’ les voor de groep en de andere lessen heel belangrijk zijn.

Als tweede geldt dat een docent minstens 5 jaar nodig heeft om effectief te kunnen lesgeven. Die leercurve wordt regelmatig genegeerd. Als derde kan van een docent niet worden verwacht dat deze 26 uur per week effectief is. Maar heel weinig mensen lukt dat op hun werk. Daarbij komt ook nog dat een uur lesgeven een grote inspanning is. Als ik een nacht slecht heb geslapen zijn ook mijn lessen van mindere kwaliteit.

Nogmaals wil ik benadrukken dat er best wel wat te verbeteren is. Maar ook dat statistiek wel degelijk een goede verklaring kan hebben.

Groet, [Anoniem]

Lees meer

Protesterende leraren zeggen dat alles in het onderwijs wel goed komt als we de leraar maar gewoon met rust laten. Maar te veel docenten presteren ondermaats, schrijft VVD-kamerlid Ton Elias. 

Volkskrant opinie, 26-01-2012

Vandaag staken leraren tegen van alles, maar toch vooral tegen de inperking van hun vakanties van twaalf naar elf weken per jaar. Eerst iets over hun methodes. In mijn visie hebben leraren – en ik haast me erbij te zeggen: náást en ná de ouders – in zekere mate een taak om het moreel kompas van jongeren te ijken. Dan valt toch niet uit te leggen dat ze bij een demonstratie vorig jaar een stapel oude schoenen klaar hadden gelegd om naar foto’s van politici te gooien? Ik stond daar te spreken, uitgefloten en uitgejoeld, zonder dat onderwijsgevenden het fatsoen hadden om te luisteren. Een jonge lerares stond op twee meter afstand met een schoen op mijn fotoportret te rammen.

Onlangs heb ik de organisatoren van die lerarendemonstratie recht op de man af gevraagd: vindt u dat normaal voor mensen die onze kinderen opvoeden? Ik vind het namelijk een blamage voor hun professie. Het veelzeggende antwoord luidde: ‘Je mag nog blij zijn dat we ze niet naar je hoofd gooien.’ Natuurlijk: er is vrijheid van demonstratie en er is vrijheid van meningsuiting. Leraren mogen van mij demonstreren zoals ze dat zelf willen, ik ben overtuigd liberaal. Maar vinden ze nou werkelijk, als onderwijsgévenden, dat dat zó moet?

Dan de inhoud. De Inspectie van het Onderwijs stelde vast, ik citeer het onderwijsverslag: ‘Uit lesobservaties van de Inspectie blijkt echter dat één op de tien leraren in het voortgezet onderwijs geen goede instructie geeft en dat één op de vijf leraren de tijd in de les niet efficiënt gebruikt. De helft van de leraren kan het onderwijs niet afstemmen op verschillen tussen leerlingen.’

Protesterende leraren zeggen dat alles in het onderwijs wel goed komt als we de leraar maar gewoon met rust laten. Enige onderbouwing voor de stelling dat de door de inspectie vastgestelde feiten daardoor zullen verbeteren, geven ze echter niet.

Waar ík namens de VVD-fractie al tijden voor pleit is een betere kennisoverdracht en professionele intervisie om het lerend vermogen van het onderwijsveld zelf op te krikken. Maar helaas zijn dat voor leraren scheldwoorden. En nogmaals, dat begrijp ik oprecht niet. Want in mijn uitgebreide contacten met scholen en leraren komt juist naar voren dat veel leraren en schoolbestuurders mijn inzet delen.

Prachtberoep
Ik vind dat veel leraren een prachtberoep hebben en zich uit de naad werken. Dat zeg ik iedere keer, alleen dat horen ze niet. Ze horen alleen dat ik óók zeg dat veel protesterende leraren in het stenenonderwijstijdperk leven en onvoldoende oog willen hebben voor het falen van delen (!) van hun beroepsgroep.

Belangrijkste trefwoorden voor de VVD bij het onderwijsbeleid zijn: meer aandacht voor vakmanschap, voor kwaliteit en vooral voor prestatiegerichtheid. Meer aandacht voor de kennisfactor, meer aandacht voor taal en rekenen. Meer structuur geven aan kinderen en jonge volwassenen, strenger examineren, meer eisen stellen. Niet alleen rechten in het onderwijs, maar ook plichten, zeker voor studenten in het Hoger onderwijs. We moeten nu maar eens definitief af van het idee dat verbeteringen in het onderwijs alleen plaats kunnen vinden, wanneer de overheid iedere keer een nieuwe zak met geld klaarzet. Er valt heel veel aan ons onderwijs te verbeteren dat géén geld kost, doch wél een mentaliteitsverandering vergt.

Zesjescultuur
De VVD vraagt iedere keer opnieuw indringend aandacht voor het bestrijden van de zesjescultuur en voor de waarde van de diploma’s in het Nederlandse onderwijs. Ik sprak een tijdje terug een rechtenstudent HBO. Hij was één van de twee (2!) studenten uit zijn ‘klas’ van 32 leerlingen, die geslaagd was voor een taaltoets in het eerste jaar, een toets die is ingesteld omdat op de havo te weinig eisen zijn gesteld. Dit is inmiddels gewoon. Vervolgopleidingen zitten met de handen in het haar over het gebrek aan kwaliteit dat ze binnenkrijgen. Dit moeten we radicaal bestrijden.

We hebben anderhalf jaar geleden in de Tweede Kamer voor elkaar gekregen dat je niet meer zonder gemiddeld een voldoende op je centraal schriftelijk examen je havo-diploma kunt halen. Dat zal leiden tot meer kinderen die gaan zakken én tot druk op volksvertegenwoordigers om daar iets aan te doen. Maar die druk moeten wij blijven weerstaan. We moeten niet toegeven als er gepiept wordt over de zwaarte van de examens; het moet volkomen normaal worden om harder en duidelijker te zeggen dat diploma’s halen, betekent dat je als leerling hard moet werken om aan stevige eisen te voldoen.

Het proces van hogere eisen aan examens moet worden voortgezet. Vervolgonderwijs moet op termijn niet langer de hiaten in de te lichte vooropleidingen bijspijkeren. Dit geldt nadrukkelijk ook voor het verzwaren van de eisen van het vmbo en de mavo. Over dit soort kwesties hoort het onderwijsdebat in Nederland te gaan. Niet over een paar vakantiedagen of veertig lesuren meer of minder.

Veel mensen binnen het onderwijs beschouwen dit kabinet als een tijdelijk ongeluk, een kwaal die zo snel mogelijk moet overgaan. Daarom proberen ze ook lastige maatregelen vooruit te schuiven, in de hoop op weer een nieuwe Ronald Plasterk die een miljard extra bij het onderwijs naar binnengooit zonder er iets voor terug te vragen. Die mensen hebben aan de VVD een geharnaste tegenstander. We gaan een paar dingen veranderen in Nederland die dringend aan verandering toe zijn, óók in ons onderwijs. En we gaan niet voor de eerste de beste schreeuwpartij of actie of staking opzij.

Ton Elias

Lees meer

Schriftelijke inbreng VVD t.b.v. schriftelijk overleg met de Minister van Onderwijs inzake de Beroepsgerichte kwalificatiestructuur d.d. 25-01-2012

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het besluit tot wijziging van onder meer het Eindexamenbesluit beroepsopleidingen inzake de beroepsgerichte kwalificatiestructuur.

De leden zien aanleiding tot het stellen van de volgende vragen.

In bijlage 1, bedoeld in artikel I, onderdeel J wordt veelvuldig gebruik gemaakt van Anglicismen en het Engels. Kan de Minister toelichten waarom het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kiest voor woorden als ‘employability’, ‘werkexploratie’ en ‘issues’. Hetzelfde geldt voor bijlage 2, bedoeld in artikel I, onderdeel J waar onder meer wordt gesproken van ‘live’ en ‘descriptor’.

Volgens de Minister biedt het onderdeel loopbaan en burgerschap voldoende ruimte voor afstemming op specifieke doelgroepen en beroepscontexten. Biedt dit, zo vragen de leden van de VVD, volgens de Minister voldoende ruimte voor MBO-instellingen en private aanbieders om vrijstelling te geven aan studenten die gezien hun levens- en werkervaring geacht worden de aspecten voor loopbaan en burgerschap te beheersen? Genoemde leden doelen hierbij onder meer op het zijn van kritisch consument en het kritisch zijn over eigen vitaliteit en fitheid.

Lees meer