Spreektekst Ton Elias AO Wet medezeggenschap op scholen d.d. 27-06-2012
In 2007 is de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO) vervangen door de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS). Het doel van de wet was het versterken van personeel, ouders en leerlingen in het besluitvormingsproces in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Conform de WMS is er nu – na vijf jaar – een evaluatie gedaan. De conclusie van ‘Research voor Beleid’ (bureau voor beleidsonderzoek) is dat de doelstelling van de wet gehaald is, maar dat er wel fikse nuances te plaatsen zijn.
Namens de VVD stel ik al bijna twee jaar vast dat in het onderwijs de schoolbesturen in een te groot aantal gevallen matig tot slecht functioneren. Ik heb al eerder aangekaart dat Raden van Toezicht voor een beter bestuurlijke controle scherper moeten opereren. Dat geldt ook voor de medezeggenschap. De medezeggenschapsraad moet zorgen voor een bestuurlijk evenwicht tijdens de besluitvorming. De Raden van Toezicht controleren vervolgens achteraf.
Volgens de Minister zijn medezeggenschapsraden op 99% van de scholen aanwezig en worden ze gewaardeerd en gerespecteerd. Er heerst volgens haar een “wijdverspreid gevoel van tevredenheid.” ‘Research voor Beleid’ heeft weliswaar enkele knelpunten aangewezen waar verbetering mogelijk is en die de Minister heeft opgenomen in haar beleidsreactie van eind maart jl.:
1) soms houdt het bevoegd gezag van een school zich niet aan de wettelijke verplichtingen en sommige medezeggenschapsraden worden niet of te laat geïnformeerd;
2) 10-20% van de zetels voor ouders en leerlingen in medezeggenschapsraden in het voortgezet onderwijs zijn niet bezet;
3) medezeggenschapsraden moeten professionaliseren;
4) de naleving van de Wet Medezeggenschap Scholen is niet altijd op orde
De Minister stelt in genoemde beleidsreactie dat het aan de betrokken partijen is om verbeteringen aan te brengen. Daar waar men zich niet aan de wet houdt zal de Inspectie voor het Onderwijs handhavend optreden.
MdV, de VVD vindt –en dat heb ik ook in meerdere debatten gezegd– dat de pedagogische professionaliteit bij de school ligt, maar dat ouders wel een wettelijk handvat moet worden gegeven bij klachten of problemen. De geëigende weg is de medezeggenschap. Juist om geschillen te voorkomen en ouders actief te betrekken, moet de medezeggenschap goed functioneren. Ouderbetrokkenheid bij het onderwijs is een belangrijk thema voor deze Minister, maar als zij stelt dat de Wet Medezeggenschap op Scholen goed werkt lijkt zij haar ogen te sluiten voor de rol die schoolbesturen nogal eens spelen om zo min mogelijk last te hebben van medezeggenschapsraden. Een medezeggenschapsraad werkt alleen als ouders voldoende betrokken zijn, lid worden van de raad en daar actief schoolbesturen controleren. Ook voor leraren, die via de medezeggenschapsraad mee kunnen praten over het beleid van de school, vind ik dat het bevoegd gezag de medezeggenschapsraad serieus moet nemen.
Hoewel –zoals gezegd– 99% van de scholen een medezeggenschapsraad heeft, blijkt 20% van de zetels lastig te vervullen. Dat geldt vooral voor de positie van ouders en leerlingen in het voortgezet onderwijs. Welke conclusie verbindt de minister hier aan?
Het is in mijn ogen namelijk nogal merkwaardig dat de minister de conclusie trekt dat de Wet Medezeggenschap op Scholen goed functioneert, terwijl in 20% van de gevallen de ouder- en personeelsgeledingen ontevreden zijn over tijdigheid van geleverde informatie.
De mezeggenschapsraad kan niet functioneren zonder informatie. In de literatuur wordt gesuggereerd dat ouder- en personeelsgeledingen te maken hebben met intimidatie door schoolbesturen. Daarom wordt gevraagd om een informatierecht per individueel lid, zodat ook één lid in plaats van de volledige medezeggenschapsraad een verzoek tot informatie kan indienen. Ik wil weten van de Minister wat haar visie is op een dergelijk recht, omdat ik het effect onvoldoende in kan schatten. Ik wil enerzijds waarborgen dat de juiste informatie op de juiste tijd naar boven komt, maar anderzijds een onnodige papierwinkel voorkomen. Hoe kijkt de Minister hier tegenaan?
In een aantal gevallen wordt de wet niet nageleefd. De Inspectie treedt niet pro-actief handhavend op, maar wel naar aanleiding van concrete signalen. Ik wil weten wat onder handhavend wordt verstaan: wat voor sancties worden opgelegd indien de wet niet wordt nageleefd?
De middelen voor rechtsbijstand zijn in driekwart van de gevallen geen onderdeel van de faciliteitenregeling (regelt onder meer de vergoeding van medezeggenschapsactiviteiten). In 13% van de scholen is helemaal geen faciliteitenregeling vastgesteld. Terecht stelt onderwijsvakbond AOb dat hier een goede regeling voor moet zijn. Het personeel wordt ondersteund door de vakbonden, maar voor ouders is geen positie geregeld. Ook om een evenwicht te bieden tegen de vakbonden binnen de medezeggenschapsraad lijkt het mij goed om een rechtsbijstandsverzekering te verplichten, op kosten van de school. De positie van de medezeggenschapsraad versterkt als ze niet alleen kan blaffen maar ook kan bijten. Graag reactie van de Minister.
Tot slot, wil ik van de Minister weten of zij in de vele klachten en inzendingen van belanghebbenden aanleiding ziet de Wet Medezeggenschap op Scholen aan te scherpen.