Ton Elias's Posts

DEN HAAG – VVD Tweede Kamerlid Ton Elias blijft zich verzetten tegen een door de Europese Commissie voorgestelde verordening die een technische controle (APK-keuring) oplegt aan motorvoertuigen en aanhangwagens. De liberaal roept Minister Schultz-van Haegen (Infrastructuur) op een zeer krachtig signaal af te geven in de richting van de Europese Commissie en het Europees Parlement.

Elias: ‘Dit rare voorstel voegt helemaal niets toe aan het goedwerkende Nederlandse APK-systeem. Het brengt in de eerste plaats alleen maar een enorme administratieve last met zich mee. Daarnaast, zo blijkt uit onderzoek, is de eventuele winst in verkeersveiligheid zeer klein. Bovendien wil de commissie een keuring opleggen aan onder meer motorfietsen. Dat bestaat helemaal niet in Nederland. Als wij een APK-keuring voor brommers en motoren willen, maken we dat in Nederland zelf wel uit,’ aldus het Kamerlid dat kan rekenen op een flinke meerderheid.

‘De VVD heeft het initiatief tot deze toets genomen. De Tweede Kamer krijgt van een aantal parlementen bijval. Helaas heeft een flink aantal parlementen nog geen oordeel gegeven en de deadline is inmiddels verstreken. Hierdoor kan er geen zogenaamde ‘gele kaart – procedure’ worden gestart. Ik wil weten wat de Minister nu gaat doen. Dat ze iets moet doen staat vast: het Kabinet onderschrijft immers de bezwaren tegen het voorstel. Maar het zal een flinke kluif worden om een meerderheid achter zich te krijgen in de Raad van Ministers,’ stelt Elias.

Lees meer

Voor mijn bijdrage van vandaag heb ik me laten inspireren door PvdA-lijsttrekker Samsom in de verkiezingsdebatten. Hij zei, als het over Griekenland en de euro ging een paar keer: ‘kijk, we zouden het nooit ontworpen en geregeld hebben zoals het er nu voorstaat, maar dit is wat we aantreffen en dat zullen we zo goed mogelijk moeten oplossen’. Met diezelfde resultaatgerichte blik wil ik vandaag naar het Spoor kijken. En ja, dat kan ook anders, dat geef ik grif toe. ik heb het vertrouwelijke interne rapport van NS en ProRail inmiddels gelezen en ja, dat leest als het verslag van een lustrumfeest van Murphy.

Op 5 oktober bracht ik een werkbezoek aan NS en ProRail samen, bij het OCCR (het Operationeel Controle Centrum Rail) in Utrecht. De aldaar verzamelde informatie (ik verifieerde dat aan het begin van het werkbezoek) kon in een vergadering als deze gebruikt worden. welnu: niet de gevallen herfstblaadjes en niet de sneeuw zijn het probleem op het Spoor, maar de organisatie – in de zin van het organisatorische verband – of scherper geformuleerd: het gebrek aan organisch verband. Want als je een lokaal probleem binnen het systeem alleen kunt oplossen door de situatie elders te verergeren en dat heeft vervolgens weer z’n weerslag op meerdere andere lokale systemen, waarmee het vliegwiel van ellende in een hogere versnelling wordt gezet, tja, dan ben je toch wel vrij ver van huis als duo NS en ProRail.

Hoe beroerd ook: de analyse is helder nu. En dan kan ik natuurlijk moord en brand roepen dat dat te laat is, eerder had gemoeten en nog een heleboel meer – maar daar schiet de reiziger volgende week als het ineens gaat vriezen geen mallemoer mee op.

Vanuit deze Kamer zijn wij er volgens mijn fractie toe gehouden de oplossing te ondersteunen die in de gegeven situatie voor de reiziger op de langere termijn het beste uitpakt.

Dan valt mijn fractie allereerst op dat in de diverse brieven van de minister van Infrastructuur en Milieu (vooral die van 8 juni 2012) vastgesteld wordt dat er nog steeds een kans is dat het komende winter mis gaat, maar dat met een aantal aangekondigde korte termijn maatregelen het risico op verstoringen en het ‘plat’ gaan van het systeem zou moeten verminderen. Meest in het oog springende maatregel is naar onze opvatting dat bij een weersverwachting waarbij ergens in Nederland meer dan 10% kans is op enige sneeuw en/of een temperatuur onder 10 graden vorst, het proces in gang wordt gezet om te komen tot een besluit over de aangepaste dienstregeling. Uiterlijk 16:00 uur wordt bekend gemaakt of er de dag erop met een aangepaste dienstregeling wordt gereden; ook wordt dan de communicatie in gang gezet. Ik zou wil suggereren om dit een heldere naam te geven. Met het ANWB/KNMI-‘weeralarm’ in het achterhoofd zou ik zeggen, noem het een ‘trein-alarm’. Die aanpak lijkt ons realistisch: liever twee keer per uur een trein die vrijwel zeker rijdt, dan het ideaal van vier treinen per uur volhouden en vervolgens zien gebeuren dat de boel vastloopt. En ja, het kán voorkomen dat er een alarm wordt afgegeven dat achteraf ten onrechte was – wen dat er dus minder treinen rijden dan achteraf gezien mogelijk was geweest. Dat hoort bij de gekozen systematiek en het lijkt me goed er nu al vanaf deze plaats op te wijzen dat we daar in zo’n geval dan niet vanuit deze Kamer al te paniekerig of spastisch op moeten reageren.

Deze winter, althans dat zeggen NS én ProRail, wordt met het gekozen paardenmiddel van het treinalarm, want dat is het natuurlijk, – deze winter wordt hoe dan ook beter dan die van het afgelopen jaar. En volgend jaar wordt het wéér beter, beloven NS en ProRail. Mijn vraag aan de Minister is een tikje een open deur na haar brieven, maar ik wil het toch expliciet horen: heeft zij vertrouwen in de aanpak van beide bedrijven?

Tijdens het werkbezoek waar ik het al even over had, vertelden ze ons dat er, in het vreeswekkend jargon dat leidinggevenden tegenwoordig helaas hanteren, een volstrekt re-design van de processen gaat plaatsvinden. Als je twee jaar geleden het rondje om de kerk had ingevoerd had je winst kunnen boeken, maar hoe je het ook wendt of keert en wát er ook de oorzaak van is, of het nu angst voor vakbonden is of het anderszins besmet verklaren van een begrip, die keus is toen niet gemaakt. Volgens NS kan er nu sprake zijn van het doorbreken van de wet op de remmende voorsprong door het nu in één keer goed te doen; bij wijze van spreken alle bureaus bij dat OCCR waar we op bezoek waren gaan aan de kant en de hele boel wordt vanaf nul opgebouwd.

Dat nieuwe systeem zal, zeggen NS en ProRail, het kernprobleem oplossen dat trein B geen machinist krijgt, omdat-ie in de gestrande trein A zit, waardoor ook de machinisten en conducteurs die met trein B naar trein C wilden reizen, uitvielen – dit is één van de onderdelen van de complexe puzzle die als een nare berg losse stukjes op 3 februari van dit jaar in een hoek lag. Ook hier de vraag aan de minister: deelt zij de voorspelling dat het nu en volgende winter echt beter wordt? En hoe kijkt zij aan tegen de suggestie van de regionale vervoerders [Arriva, Connexxion, Veolia, Syntus] om deze spelers ook in OCCR te integreren?

Hoe kijkt de Minister aan tegen corridorrijden, nogal eens verward met het rondje om de kerk? Bij corridorrijden rijden treinen consequente routes en geen alternerende routes. [Alternerende routes zijn routes waarbij een trein bijvoorbeeld de eerste halfuursdienst van Amsterdam via Utrecht naar Eindhoven rijdt en de tweede halfuursdienst van Amsterdam via Utrecht naar Nijmegen rijdt en men dus voor Eindhoven moet overstappen.] Bij corridorrijden rijden treinen bijvoorbeeld altijd van Amsterdam via Utrecht naar Eindhoven rijden en altijd van Utrecht apart naar Nijmegen rijden. Dus voor Amsterdam – Nijmegen zal je in dat geval altijd over moeten stappen.

Wat vindt de Minister voorts van varianten om toch materieel en personeel vaker te koppelen – het bekende rondje om de kerk, ondanks de verzekering van de NS dat gewerkt wordt aan een systeem dat in de toekomst beter én goedkoper is?

De problemen op het spoor hebben tot veel kritiek geleid bij de VVD-fractie en bij andere fracties in de Tweede Kamer. Felle kritiek van mijn voorganger Aptroot heeft er mede toe bijgedragen dat het ministerie samen met ProRail en NS aan de slag is gegaan om de situatie nu dan eindelijk te verbeteren. De VVD-fractie neigt ernaar de lijn van de minister om met het beschreven pakket aan maatregelen deze winter in te gaan. Ik steun de minister ook dat de komende jaren meer kennis moet worden opgebouwd en meer ervaring moet worden opgedaan. Ik blijf zeer kritisch over het functioneren van ProRail en NS. Deze partijen kunnen zeker niet achterover leunen en moeten resultaten laten zien. Wel heb ik de voorzichtige indruk dat de verhoudingen tussen ProRail en de NS zijn geprofessionaliseerd en dat beide organisaties uit welbegrepen eigenbelang inmiddels doorhebben dat ze effectief, energiek en serieus moeten samen werken. Van het werkbezoek op 5 oktober van beide organisaties gezamenlijk, ging in ieder geval al een hoog ‘vredespijp’-gehalte uit. Het wachten is nu op concrete verbetering én het profiteren van de inzichten van andere partijen op het spoor dan de NS.

Lees meer

[MdV, Collega Van Tongeren (GroenLinks) heeft een debat aangevraagd over de verbreding van de A27 bij Utrecht en de bestuurlijke situatie daaromtrent. Dit debat is omgezet in het AO dat wij vandaag met de Minister van Infrastructuur en Milieu voeren.]

Minister Schultz heeft op 01-10-2012 een heldere brief aan de Kamer gestuurd, waarin zij de Kamer over de verbreding van de A27 informeert. Op 8 oktober heeft zij er een nog duidelijker brief overheen gestuurd, met plaatjes en al. In overeenstemming met zoals dat dan heet trechterende besluitvorming sinds 2006 is besloten tot verbreding van de A27 tot twee maal 7 rijstroken. Dit betekent dat een tunnelbak in het natuurgebied Amelisweerd moet worden verbreed ten koste van een stuk bos. Deze verbreding is onderdeel van een breder plan om de bereikbaarheid van Utrecht te vergroten. Naast het verbreden van snelwegen wordt bijvoorbeeld geïnvesteerd in het openbaar vervoer naar en binnen de stad Utrecht en in fietsverkeer. Om de aantasting van het natuurgebied te ontlasten is besloten een dak van 250 meter over de zogenoemde ‘bak’ waar de A27 doorheen loopt aan te leggen.

We zitten hier vandaag omdat sommige partijen vinden dat het ongebruikelijk zou zijn dat een demissionair kabinet een naar hun mening controversiële wegverbreding door een natuurgebied doordrukt. Voorts heeft een deel van de gemeente Utrecht bezwaren tegen de verbreding van de A27, als enige partij in een baaierd van nadere partijen.

Gemakshalve stelden die partijen eerst ook nog even dat dat wat zij zelf controversieel achten, hier in de Kamer ook controversieel verklaard zou zijn in de zin zoals wij die term hier in huis staatsrechtelijk hanteren: dat we de besluitvorming stilleggen. Ik maak er bezwaar tegen dat collega’s met feiten jongleren – en het deed me dan ook groot genoegen dat tijdens de procedurevergadering van deze vaste commissie vorige week woensdag [03-10-2012; Paulus Jansen (SP)] ondubbelzinnig nog eens is vastgesteld dat het onderwerp niet controversieel verklaard is.

Op 5 juli 2012 hebben oud-collega Aptroot en zittend collega De Rouwe (CDA) een motie ingediend waarin de Minister werd verzocht onverkort door te gaan met het verbreden van de ring rond Utrecht. De motie is aangenomen met ruime steun. [VVD, CDA, PVV, SGP en de groep Kortenoeven/Hernandez]

Een eerdere motie [Van Gent (GroenLinks) d.d. 06-12-2010] waarin de minister werd opgeroepen een variant te onderzoeken waarbij de tunnelbak Amelisweerd niet verbreed zou worden, werd door een Kamermeerderheid verworpen [VVD, CDA, PVV en SGP]. Die variant was daarmee van tafel.

De Minister kan dus terecht doorzetten met het doorprikken van deze flessenhals. Zij heeft de volle steun van het parlement – tot het tegendeel gebleken is; zó werkt het hier.

Tot zover de procedurele kant van de zaak.

Nu de inhoud. Nederland staat in de top vijf van de beste economieën in de wereld. Dit is volgens het World Economic Forum ondermeer te danken aan één van de beste infrastructuren in de wereld [P. 21 van de Global Competiviness Index 2012-2013]. Nu is het zaak die voorsprong wel te behouden en de bereikbaarheid over de weg (maar uiteraard ook spoor, water en vliegvelden) op peil te houden.

Zoals uit de maandag gepresenteerde Publieksrapportage Rijkswegennet blijkt, leidt meer asfalt tot minder files. Ondanks meer verkeer op de weg, werd er minder stilgestaan in de file [“In de afgelopen vier maanden heeft iets meer verkeer gebruik gemaakt van het wegennet (toename van 0,6%) en hebben weggebruikers minder in de file gestaan (afname van 3,5%).”, p. 1 brief Minister Schultz d.d. 08-10-2012 bij de publiekrapportage]. Partijen als GroenLinks stellen dat dit louter korte termijn winst is en dat op langere termijn de files weer zullen toenemen. Collega Van Tongeren bij BNR d.d. 08-10-2012 haalt zelfs Peking erbij – nou, Utrecht is geen Peking hoor!! Daarom stelt GroenLinks voor de automobilist uit de auto te jagen door bijvoorbeeld een spitsheffing op te leggen. De VVD kiest juist voor meer eigen zeggenschap van de burger en voor meer asfalt, maar dat is niet het enige. Wij kijken bijvoorbeeld ook serieus naar de mogelijkheden van thuiswerken.

Afgelopen maandag was ik bij de uitreiking van de Paul Nouwen prijs in het Louwmanmuseum in Den Haag. Lodewijk de Waal, voorzitter van het Platform Slim Werken Slim Reizen, ontving deze prijs vanwege zijn stimulans in het denken over mobiliteit. Werkgevers en werknemers hebben, zoals hij terecht zei, beiden belang bij thuiswerken. Thuiswerken leidt tot minder vervoersbewegingen, minder vierkante meters aan kantoorruimte en tot “emancipatie van de arbeider”, zoals hij het in wat ouderwetse termen stelde. Dus: zeggenschap bij de burger; slimmer nadenken over vervoer en over de inrichting van het werk; beter benutten van de bestaande infrastructuur. Dit, MdV, vond en vindt de VVD positieve en te stimuleren ontwikkelingen.

Zoals gezegd is de verbreding van de A27 onderdeel van een breder pakket aan maatregelen om de bereikbaarheid te vergroten. Dit hele proces loopt al jaren.  Mijn voorganger was tijdens het Kamerdebat op 5 juli over onze infrastructuur (wij noemen dat in ons afkortingenlingo MIRT) [AO MIRT;  Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte & Transport), mijn voorganger Aptroot was deze zomer glashelder. Wanneer één van de elementen van dit pakket vervalt, trekt de VVD steun voor alle maatregelen in. Diezelfde dag werd de motie om de Ring Utrecht onverkort door te zetten aangenomen. Afgelopen maandag stemde de Provinciale Staten van Utrecht per motie nogmaals in met de verbreding van de A27 [Voor stemden VVD, GL, D66, CDA, CU, SGP en tegen PvdA, SP, PVV, PvdD, 50+] en eergisteren stemde ook het dagelijkse bestuur van het Bestuur Regio Utrecht (BRU) onder leiding van PvdA-burgemeester Wolfsen nogmaals in met de verbreding, naar ik begreep. [RTV-Utrecht, ‘BRU toch akkoord met verbreding A27’, 10-10-2012]

Voor de VVD gold en geldt dat de A27 verbreed dient te worden en dat het volledige pakket rond Utrecht moet worden uitgevoerd. Een Kamermeerderheid heeft dat de Minister immers voor de zomer opgedragen. Ik wil de overige partijen oproepen om dit zorgvuldige en landurige proces niet te verstoren. De Minister heeft alle partijen [de Provincie Utrecht en Bestuur Regio Utrecht (BRU). BRU is een samenwerkingsverband van negen gemeenten in de regio Utrecht. Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Vianen en Zeist] behalve een deel van de gemeente Utrecht op één lijn.

In haar brief van eergisteren [d.d. 08-10-2012] over terugbrengen van snelheid van 100 naar 80 km/u geeft de Minister duidelijk aan dat de verbreding een weloverwogen keuze is. [In de Telegraaf d.d. 05-10-2012 sprak zij dan ook over “sub-optimale plannen” daar waar de Kamer nu nog alternatieven voorstelt zoals het verlagen van de snelheid.]

Tegen andere partijen [vooral GroenLinks;  mevrouw Van Tongeren] zeg ik: – er wordt ook veel niet gedaan: geen A 2-en-een-half-variant dwars door het groene Hart of dwars door Leidsche Rijn en ook geen bypass door Nederweert.

Mijn fractie heeft absoluut geen zin in dit soort salamitactiek: eerst afstrepen wat men hoe dan ook niet wil en dan daarna weer gaan knabbelen aan compromisbesluitvorming.

Samenvattend MdV, de VVD steunt de Minister onverkort in haar voornemen tot het verbreden van de A27 als onderdeel van een breder pakket aan maatregelen om de bereikbaarheid van Utrecht en de regio daaromheen te vergroten.

Lees meer

We weten op dit moment nog niet, meneer de voorzitter, wie aan het eind van deze middag onze nieuwe voorzitter is. Dat maakt dat deze verkiezing dus niet een politieke benoeming is. Ik wees er vorige keer al op dat zich daarmee een goede parlementaire traditie aan het nestelen was. Die vorige keer was eigenlijk veel te kort geleden, juni 2010 nog maar. ) Vandaag hebben we voor de vijfde keer een voorzittersverkiezing met meerdere kandidaten. Nu wij het eerste lustrum van een echte verkiezing beleven,  dunkt me de vaststelling op zijn plaats dat deze nieuwe parlementaire traditie zich nu gezet heeft.  Dat acht mijn fractie goed nieuws.

Bijzonder is ook dat één van de kandidaten van vandaag, de heer Schouw, nota bene zijn maidenspeech hield bij het debat over de verkiezing van de vorige Kamervoorzitter. Hetgeen natuurlijk wel meteen serieus de vraag oproept hoe hij zijn nadeel om nog maar zo kort lid van de Kamer te zijn in relatie tot de overige twee kandidaten, gaat compenseren.

Dit is, ik realiseer me dat heus wel, natuurlijk een kritische vraag. Maar dat soort vragen moet gesteld worden, willen we een evenwichtige beslissing nemen. Vorige keer zei ik als woordvoerder bij ditzelfde debat, en ik herhaal het met klem, dat dit de meest openbare sollicitatie van Nederland is – voor een unieke functie. Omdat dit de meest openbare sollicitatie van ons land is kan alle drie de kandidaten moed niet worden ontzegd.  De VVD-fractie spreekt er dan ook grote waardering voor uit dat ze zich hebben willen kandideren – juist om mogelijk te blijven maken dat deze benoeming definitief weg is van de sigarenrook en de achterkamer.

Van de solliciterende drie collegae is ons allen ook zonder hun brieven wel bekend dat ze zich gedreven inzetten voor de publieke zaak. Niettemin verneem ik graag wat zij in de Kamer concreet zouden willen veranderen of verbeteren en hoe. In twee van de drie brieven wordt daarover voornamelijk in algemene bewoordingen over gesproken. Eén kandidaat, mevr. Van Miltenburg, doet een paart concrete voorstellen: elektronisch stemmen als het hoofdelijk gaat, een papierloos parlement, een Twitterdebat bij een aangelegen onderwerp. Hoe denken de andere kandidaten daarover en hebben zij zelf nog concrete verbeterpunten in gedachten?

Er zijn al vele vragen gesteld, dus die ga ik hier niet herhalen. Wel wijs ik er nog eens op dat van uw beantwoording veel afhangt – de uitkomst van de stemming van straks namelijk.

Ik loop een paar punten nog even langs:

-Bent u alle drie bereid de volle termijn vol te maken – dat kan vijf jaar zijn namelijk, want de volgende reguliere verkiezingen zijn in 2017.

-Welke rol ziet u voor de voorzitter als het erom gaat het ambtelijk apparaat dat de Kamer bijstaat aan te sturen? Bij de vorige voorzittersverkiezing was er terzake een verschil van opvatting tussen beide voorzitterskandidaten; de ene wilde ‘geen directeurtje spelen’; de ander zag bepaald ruimte voor verbetering van de ambtelijke organisatie. Waar staat u drieën in dat krachtenveld?

-Het loopt uit de hand met de dertig-ledendebatten, dat ziet iedereen, het duurt soms meer dan anderhalve maand voor zo’n debat gehouden kan worden. Maar het is het onbetwistbare recht van de Kamer om ze aan te vragen – en ook mijn fractie is onze oppositieperiode écht nog niet vergeten. Hoe gaan onze kandidaten van vandaag met dat spanningsveld om, zo vraag ik hen? Wat vinden ze van de suggestie om geen debatten meer toe te staan die over concept-stukken op departementen gaan en dus nog geen beleid zijn? Of op het terrein liggen dat een andere overheidslaag, zoals de gemeente, aangaat en niet dit parlement? Graag hun mening.

-Ook de motievloed wordt steeds overstelpender, waardoor het instrument bot wordt. Bekend is de anecdote, begin jaren zestig, hoe hier door de gangen van het oude gebouw zoemde ‘de Antirevolutionaire Partij komt vanavond met een motie’, waarna het politieke geroezemoes aanzwol… Kom daar nu met 277 moties in de week voor het Zomerreces nog eens om. Mijn fractie maakt zich oprecht zorgen over die lange reeksen 30-ledendebatten en lange stemmingslijsten met moties. Juist omdát we geloven in de kracht van de parlementaire instrumenten, zeg ik er voor de zekerheid nog maar even bij.  We moeten het instrumentarium dat ons als Kamer ten dienste staat niet uithollen. Natuurlijk: een Kamervoorzitter kan nooit verder springen dan de polsstok van de Kamer zelf lang is. Maar waar zien de kandidaten de rek of een gaatje om deze twee reële problemen met gezamenlijke instemming op te lossen?

-De vorige week vertrokken voorzitter heeft er veel aandacht aan besteed, ik zeg het maar even huiselijk, om de Kamer ook te ‘verkopen’ ; zij schuwde af en toe ook populaire Tv-programma’s niet om dat te doen. Hoe kijkt u aan tegen de politieke marketingfunctie van de voorzitter?

-Voorts is de representatieve functie van de Voorzitter van toenemend gewicht gebleken. Bijvoorbeeld hoezeer de vorige voorzitter met haar optreden in het land (maar ook buiten de landsgrenzen, zoals in Afghanistan) veel Nederlanders heeft willen laten merken dat wij hier vanuit het politieke bedrijf daadwerkelijk meeleven met degenen die, soms zeer intensief, met onze beslissingen te maken hebben; – hoe kijkt u drieën daar tegenaan?

-In de profielschets staat ‘de voorzitter is volledig beschikbaar voor het voorzitterschap’. Dat roept de vraag op hoe de opstelling van u drieën is met betrekking tot nevenfuncties, welke dan ook? Vindt u dat 100% inzet voor het Kamervoorzitterschap nevenfuncties dient uit te sluiten – of ziet u dat anders?

-En dan tenslotte: één van de allerbelangrijkste taken van de voorzitter, het woord zegt het al, is natuurlijk de wijze van voorzitten – dat is bepaald meer dan een technisch voorzitterschap en de klok een beetje in de gaten houden – hoewel dit laatste ook wérkelijk niet mag worden onderschat.  Kunnen alle drie de kandidaten mij aangeven in welke mate ze op dat front geschikter zijn  dan de andere kandidaten – en waarom dan eigenlijk wel? En hoe kijken de kandidaten aan tegen de spelverruwing hier in huis? Denken ze die een halt toe te kunnen roepen – en zo ja, hoe dan?

Wij wachten met grote belangstelling de antwoorden van de drie kandidaten af.

Meneer de voorzitter, aan het eind van de middag weten wij wie onze nieuwe voorzitter zal zijn. Ik herhaal het nog maar even: dat is in ieder geval iemand die een flinke dosis  onverschrokkenheid niet kan worden ontzegd. Voor 12 uur moet je brief binnen zijn, je verschijnt dezelfde dag nog voor een sollicitatiecommissie van maar liefst 147 leden, terwijl de ondervraging live op TV te volgen is. En tenslotte hoor je  dezelfde middag nog van de hoogste jury in het land wie naast de functie gegrepen heeft.

Laat John de Mol het maar niet horen ….

Lees meer

Met regelmaat neemt PolitiekenTwitter.nl interviews af met politici die op lokaal, landelijk of Europees niveau aktief zijn. Vandaag een nieuw interview in de serie ’10 vragen aan…’. Deelnemer: Ton Elias

Wat is je naam, je politieke voorkeur en/of partij?
Ton Elias, Tweede Kamerlid voor de VVD en woordvoerder Onderwijs en Verkeer namens die partij.

Waar kunnen we je online vinden?
Op mijn eigen website: tonelias.vvd.nl en op twitter: @tonelias.

Hoe ben je in de politiek terecht gekomen en hoe lang ben je politiek actief?
Na de journalistiek en het bedrijfsleven heb ik bewust gekozen voor de politiek. Mark Rutte zei me in 2006 “je staat nu sinds 1977 in diverse rollen vanaf de zijlijn te vertellen wat volgens jou beter moet in de Nederlandse politiek, waarom zou je er niet zelf een paar jaar een actieve bijdrage aan leveren?” Na enig nadenken heb ik daar volmondig ‘ja’ op gezegd en mijn eigen bedrijf verkocht om Kamerlid te worden. Het is eervol werk om namens de VVD-kiezers het kabinet te controleren en op te treden als medewetgever.

Wat wil je bereiken en welke rol speel je binnen de partij?
In de Tweede Kamer was ik namens de VVD eerst woordvoerder Economische Zaken met het doel om ondernemers de ruimte te geven om te ondernemen. Daarna als woordvoerder Onderwijs om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Sinds kort ben ik tevens waarnemend woordvoerder Verkeer & Vervoer en zet me in voor goede bereikbaarheid via de weg en via het spoor.

Wat zou je graag veranderen of anders willen zien; wat is jouw belangrijkste doelstelling?
Ik wil ervoor zorgen dat onderwijseuro’s veel verstandiger worden uitgegeven aan onderwijs; scherper opletten dat de financiële huishouding op scholen op orde is en dat we bestuurders vervangen als ze de financiën niet op orde hebben. Ik zal mijn strijd voor betere leraren, betere scholen en een meer uitdagend leerklimaat voor onze kinderen voortzetten. Beter willen presteren moet voor leraren, scholieren en schoolleiders vanzelfsprekend zijn

Zonder goede infrastructuur is onze economie nergens. Nederland als handelsland kan niet zonder! Alle Nederlanders moeten zo snel en comfortabel mogelijk kunnen reizen naar hun werk of ook ontspanning.

Ik sta op de 17e plek op de lijst voor de verkiezingen op 12 september aanstaande. Met steun van de kiezers zet ik me ook de komende periode weer graag en met enthousiasme in om Nederland ondernemender, sterker, slimmer, efficiënter, bereikbaarder en liberaler te maken.

Wat vindt je leuk aan de politiek en waar erger je je aan?
Elke keer opnieuw vind ik het leuk om in een debat met overtuigingskracht het liberale geluid te laten horen in de Tweede Kamer. Waar ik me aan erger is dat sommige Kamerleden tijdens debatten hun eigen mening tot waarheid maken zonder dat feitelijk te kunnen onderbouwen. En ik erger me er wild aan dat Kamerleden niet naar elkaar luisteren en alleen hun eigen lesje afdraaien. Dat vind ik slecht voor het aanzien van de politiek.

Hoeveel tijd besteed je aan je politieke activiteiten en wat doe je naast deze activiteiten?
Ik ben elke week zeker 70 uur kwijt aan Kamerwerk, debatten en media. Maar ik bewaak mijn agenda zeer scherp om genoeg tijd over te houden voor mijn gezin en ik neem ook gewoon vakantie op. Hoe laat ik ook thuis ben, al is het om 2 uur ‘s nachts, ik praat altijd een uur met m’n vrouw om haar en mijn werkervaringen van die dag uit te wisselen.

Bij welke partij zie je veel en bij welke partij zie je weinig overeenkomsten?
Vrijwel geen. Maar als je me het mes op de keel zet: het CDA. Maar dan zonder het gelovige deel. Én zonder de trucs om onder afspraken uit te wurmen.

Wanneer zijn de verkiezingen op 12 september voor jou en jouw partij geslaagd?
Als we de grootste partij geworden zijn, want ik wil dat er zoveel mogelijk van het verstandige en op de toekomst gerichte VVD verkiezingsprogramma wordt uitgevoerd. En Mark Rutte moet uiteraard premier blijven.

Wie is jouw (politieke) held of voorbeeld?
In Nederland: Bolkestein. Hij had het lef om dwars tegen de stroom in te roeien en heeft het Nederlands opinieklimaat beslissend anti-links beïnvloed.

Hartelijk dank voor je bijdrage Ton en succes met de campagne!

Lees meer