Spreektekst Ton Elias spoeddebat passend onderwijs op donderdag 17 februari
“Een land waar vanaf 2015 nog altijd hetzelfde bedrag als in 2005, namelijk 1200 miljoen euro beschikbaar blijft voor speciale begeleiding van kinderen die dat echt nodig hebben, is niet een asociaal land.
Een land waarin we het raar vinden dat 1 op de vijf kinderen in het voortgezet “iets” heeft en waarin we die hoge aantallen, ook internationaal vergeleken, willen stoppen, is niet een asociaal land.
Een land waarin we een eind willen maken aan het feit dat het aantal kinderen dat speciale begeleiding nodig heeft sinds 2003 is verVIERvoudigd, is niet een asociaal land.
Een land waarin we ermee gaan stoppen dat ouders met hun kind naar zes sessies met een pegagoog worden gestuurd, omdat de leraar geen orde kan houden, is niet een asociaal land.
Een land waarin we binnen drie weken een overgangsregeling treffen voor scholen die beweren om te vallen omdat ze gewend zijn geraakt aan een te royale bekostiging, zodat ze open kunnen blijven, is niet een asociaal land.
Een land waarin we de medicalisering van onze kinderen willen stopzetten, omdat er veel en veel teveel kinderen aan Ritalin en Concerta zitten, is niet een asociaal land.
Ik was erg verbaasd toen de woordvoerders van de Partij van de Arbeid, de Socialistische Partij, D66, Groen Links én de Christenunie gisteren vertelden dat ze het eens zijn met belangrijke aanpassingen in het passend onderwijs.
Dat is raar. Want ik was vorige week in Nieuwegein, bij tienduizend boze demonstranten. En daar heb ik dat de heer Cohen niet horen zeggen. En de heer Roemer ook niet. En de heer Pechtold ook niet. En mevrouw Sap ook niet. En de heer Rouvoet óók al niet. Terwijl er toch aanmerkelijk minder door hen heen gejoeld werd dan bij mij – kan ik u verzekeren….
Maar dat kwam dan ook omdat deze fractievoorzitters de menigte naar de mond aan het praten waren, in verkiezingstijd. Jazeker: ze zijn en waren tegen de bezuinigingen. Maar ze vertelden er niet bij dat ze de beweging die dit kabinet wil maken om juist méér kinderen in het reguliere onderwijs op te vangen en mínder kinderen extra begeleiding te geven, van harte ondersteunen.
Dat is selectief en dat is laf.
Dit kabinet doet wat het beloofd heeft: orde op zaken stellen. Ook in de bureaucratische rimram rond rugzakjes, ook in de uit de hand gelopen indiceringen en ook in speciale begeleiding, die soms heel nuttig is, maar regelmatig ook niet, omdat een deel van die inspanning niet landt in de klas.
Het is zoals ik gisteren heb gezegd; over een jaar of vier, vijf zullen we op deze aanpassing van het Passend onderwijs, waar het vorige kabinet trouwens zo mee getreuzeld heeft, terugkijken als het moment waarop we iets goeds en verstandigs voor ons onderwijs en onze kinderen gedaan hebben.
Dit kabinet maakt keuzen. Dat kunnen de keuzen zijn waar de oppositie weinig vertrouwen in heeft – of zelfs mordicus tegen is, maar niemand kan een kabinet verwijten dat het regeert.”