Spreektekst Ton Elias AO Ouderbetrokkenheid d.d. 11-04-2012
MdV, n.a.v. ondermeer het Onderwijsraadadvies ‘Ouders als partners’ d.d. 17-02-2010 heeft de Minister aangekondigd te willen investeren in de samenwerking tussen school en ouders. Ouders spelen een belangrijke rol in de opvoeding, maar voor velen van hen is het volgens de Minister lastig om werk, gezinsleven en andere activiteiten te combineren. Ouders dragen volgens haar echter verantwoordelijkheid voor het onderwijs van hun kinderen vanaf de keuze voor een bepaalde school.
Om die reden wil de Minister een appèl doen op ouders om meer aandacht te schenken aan de ontwikkeling en opvoeding van hun kinderen. Volgens haar hebben ouders een belangrijke rol bij de taalontwikkeling (voor- en vroegschoolse educatie), het verbeteren van onderwijsprestaties van hun kinderen, het voorkomen van schooluitval en verzuim en de ‘vitaliteit van de schoolgemeenschap’ (ouders moeten een rol spelen in de waardengemeenschap van de school).
De Minister wil –zoals zij zelf aangeeft– een voortrekkersrol spelen in het maatschappelijke debat over ouderbetrokkenheid, die zich volgens haar voornamelijk op een mentaliteitsverandering richt en geen extra geld of regels vergt. Heel mooi zou ik zeggen, MdV, dit sluit namelijk perfect aan bij wat ik regelmatig nadrukkelijk zeg over het onderwijs!
De Minister wil zoveel mogelijk maatschappelijke organisaties aanzetten tot het verbeteren van contacten tussen ouders en scholen. De Minister benadrukt de rol die ouders kunnen spelen in het herstellen van het gezag van de leraar door scholen expliciet aandacht te laten besteden aan normen en waarden en het gezag van de leraar in school-ouderovereenkomsten.
Om haar appèl op ouders en scholen kracht bij te zetten maakt de Minister een toer door het land om in debat te gaan met alle betrokkenen bij school en opvoeding en organiseert zij eind 2012 een conferentie inzake ouderbetrokkenheid.
Tijdens de behandeling van de begroting 2012 zei ik al dat ouders meer hun pedagogische verantwoordelijkheden moeten nemen. Het onderwijs moet geen oplossing bieden voor alle op zich respectabele maatschappelijke deelproblemen (obesitas, burgerschapskunde, verkeersonderwijs, afvalstoffenbeleid, mensenrechten). Wanneer ouders die taak op zich nemen komen scholen meer toe aan hun werkelijke onderwijstaak: meer aandacht voor taal en rekenen en kinderen klaarstomen voor een baan.
De hoofdgedachte achter de acties en de wensen van de Minister ondersteunt de VVD. Maar in haar presentatie heeft ze er, nogal onverstandig, een veel te zware CDA-saus overheen gegoten. Als door die acties en wensen ook maar ergens de indruk zou ontstaan dat moeders nu zouden moeten stoppen met werken om thuis klaar te zitten om hun kinderen te overhoren en de huiswerkbegeleiding te doen, dan neemt de VVD daar krachtig afstand van. We gaan niet terug naar de jaren vijftig – en ieder gezin moet z’n zaakjes regelen op de manier, die men als ouders zelf het meest verkieslijk acht. Maar wanneer en voor zover ouders hun kinderen ongeïnteresseerd op school dumpen en verder amper betrokken zijn, is dat inderdaad iets waar pogingen om tot mentaliteitsverandering te komen, door ons kunnen worden ondersteund. Ouders moeten niet verplicht voor conciërge gaan spelen op school, maar meer inzet bij de begeleiding van schoolgaande kinderen kan beslist geen kwaad. En laat de partijpolitiek en het maatschappelijk middenveld daar alsjeblieft buiten, maar wijs op zowel de eigen verantwoordelijkheid van ouders als hun eigen keuze om daar invulling aan te geven.
Overigens zit er nog een andere kant aan de medaille waar ik óók aandacht voor wil vragen. In mijn directe kennissenkring wordt vaak een beroep gedaan op ouders als ‘pleinwacht’ tussen de middag. Een vrouw zou dan niet eens kunnen werken en vrouwen die zich aan dat roulatiesysteem onttrekken, worden met de nek aangekeken. Ouders sturen soms zelfs de werkster. Het betreft 20 minuten tussen de middag; leraren zijn dan niet op het schoolplein zijn en ouders wel. Dit is nu niet echt iets dat in de zorgplicht van ouders past, naar mijn idee.
Tot slot een vraag aan de Minister, waarop baseert de Minister zich in haar stelling dat ouders naar haar smaak onvoldoende betrokken zijn bij het onderwijs van hun kinderen. Uit een zogeheten ‘monitor’ ouderbetrokkenheid in het primair- en voortgezet onderwijs van Ecorys (2009) blijkt dat scholen vinden dat ouders geen tijd hebben om voldoende betrokken te zijn. Uit de monitor blijkt dat 89% van de scholen in het basisonderwijs en 75% van de scholen in het voortgezet onderwijs dit vindt. Maar waaruit blijkt dat ouders dit vinden?