Mdv, alle vormen van vervoer komen weer aan bod in de komende
vier minuten, te beginnen met de luchtvaart: Tijdens het vorige Algemeen
Overleg Transportraad (op 5 juni jl.) bleek dat vrijwel de gehele Kamer de
conceptverordening ‘passagiersrechten luchtvaart’ in haar huidige vorm te
rigide vond. Voornamelijk het verhogen van de grens om voor een vergoeding in
aanmerking te komen van drie naar vijf uur vertraging biedt, vooral waar het
vluchten binnen Europa betreft, wat mijn fractie betreft wel erg weinig ruimte
voor maatwerk. Ook de transportcommissie van het Europees Parlement heeft zich
onlangs in die trant uitgesproken naar ik heb begrepen. De staatssecretaris
heeft ons geschreven dat zij opdracht heeft gegeven voor een extern onderzoek
en daar eind oktober de resultaten van verwacht. Dat wachten we dan maar even
af; wel hoor ik graag van de staatssecretaris hoe zij gezien de huidige
ontwikkelingen de kans inschat dat de conceptverordening in haar huidige vorm
ooit de definitieve status bereikt? Vijf uur lijkt ons namelijk te veel van het goede; vertraging binnen Europa wordt dan de facto niet meer vergoed aan de consument.
Na veel vijven en zessen wordt nu toch gestart met de
behandeling van het programma dat een Europees luchtruim een feit moet maken,
zodat uiteindelijk het omvliegen in Europa aanzienlijk wordt teruggedrongen en
daarmee onder andere lagere kosten voor luchtvaartmaatschappijen en minder
vertragingen voor passagiers het gevolg zijn. Een prima ontwikkeling, waarbij
de staatssecretaris terecht aangeeft dat ook private partijen hun deel van de
onderzoeks- en ontwikkelingskosten moeten dragen. De VVD-fractie vindt
het ook belangrijk dat de partijen die de lusten krijgen, tenminste voor een
deel van de lasten opdraaien. Welk percentage heeft de staatssecretaris
hiervoor in gedachte?
Met de nieuwe richtlijn voor maten en gewichten van
wegvoertuigen wordt de bestaande Europese richtlijn verruimd en dat is
ook wel eens aardig. De verruiming biedt mogelijkheden voor onder andere
langere vrachtwagens en meer aerodynamische vleugels en staartstukken, zodat er
zuiniger en veiliger gereden kan worden. Om versoepeling van deze betuttelende
regelgeving heb ik al meermalen gevraagd (ik kan me herinneren dat zélfs
collega Van Tongeren dit met mij eens was) en het is dus toe te juichen
dat het er nu echt van lijkt te komen. Er wordt nog wel gesproken over op te
lossen knelpunten; heeft de minister goede hoop dat deze ook weg genomen kunnen
worden? En wanneer kan de nieuwe richtlijn dan ingaan?
Wel dreigen de voorschriften voor Brusselse handhaving zoals
te doen gebruikelijk veel te ver door te slaan en het kabinet heeft dan ook
terecht een kanttekening geplaatst bij de proportionaliteit van dat deel van
het voorstel, steun hiervoor. Hoe staan de andere betrokken landen hier
tegenover?
Het voornemen is om vanaf oktober 2015 alle nieuwe personenauto’s
en lichte bedrijfsauto’s in de EU uit te rusten met een systeem dat in geval
van een calamiteit automatisch de hulpdiensten inschakelt. Dit zou op termijn
tot 2500 Europese verkeersdoden kunnen schelen, in Nederland gaat het daarbij
om 10 tot 15 dodelijke slachtoffers. Waarom is dat Nederlandse aantal relatief dermate beperkt, zo vraag ik de minister?
Aandacht bij invoering van dit systeem verdient wat mij
betreft het privacy-aspect; zaak is dat niet meer gegevens worden verstrekt dan
strikt noodzakelijk. Het grootste probleem is echter de foutmarge, die tot nu
toe op maar liefst 65% ligt. Dat is wat mij betreft onacceptabel hoog en
wanneer deze niet substantieel omlaag gebracht kan worden is verplichte
invoering echt nog niet aan de orde. Er wordt óf een goed werkend product
verplicht gesteld, of niets. Is de minister dit met mij eens?
Verladersorganisatie EVO heeft aan de bel getrokken over een
weegplicht van containers op zeeschepen, die mogelijk in Europees verband wordt
ingevoerd. De Kamer heeft op 14 maart 2013 een motie [motie Dijkstra c.s.,
nr. 31409-51] van VVD en PvdA aangenomen, waarin de regering wordt verzocht
om, in IMO-verband (International Maritime Organization) te ijveren voor een
systeem waarbij verladers niet verplicht worden tot het wegen van containers,
maar ervoor te pleiten dat er alternatieven voor het vaststellen van het juiste
gewicht van containers worden ontwikkeld en om met de sector in overleg te
treden over een uitvoerbare en minder kostbare methode ter bevordering van
veilig vervoer van containers. Graag hoor ik van de minister hoe het staat met
de uitvoering van die motie, vooral in het licht van de bezorgdheid die er bij
de sector bestaat over een eventuele weegplicht.
Tot slot nog kort een spooronderwerp: In de praktijk blijkt
men namelijk ongelukkig met de uitwerking van een Europese Richtlijn [richtlijn nr. 2007/59/EG van 23-10-2007]
die taalvaardigheidseisen aan machinisten stelt. Goederenvervoerders moeten in
Nederland naast een Duitssprekende machinist ook een Nederlandse machinist mee
laten rijden bij het passeren van de grens, terwijl dit in Duitsland niet nodig
is. Dit vindt mijn fractie onwenselijk, omdat er op deze manier onnodig
oponthoud ontstaat en dit voor de spoorgoederenvervoerders extra kosten met
zich mee brengt. Is de staatssecretaris bereid om in gesprek te gaan met de
spoorvervoerders en onze Oosterburen en te zoeken naar een oplossing; is
beheersing van de Engelse taal bijvoorbeeld niet voldoende? En zo ja, kan de
Kamer binnen zes maanden bericht worden over de uitkomsten van dit gesprek?