Mdv, op donderdag 18 december eindigden wij de eerste termijn van het Algemeen Overleg Luchtvaart over Schiphol en Lelystad met de vraag vancollega Smaling wanneer de staatssecretaris van een rups in een vlinder verandert. Ik zal vandaag dan ook beginnen met de onderwerpen die betrekking hebben op dat AO en vervolgens over gaan naar enkele verzamelonderwerpen.
Dank in ieder geval aan de staatssecretaris voor haar antwoorden in december en de schriftelijk nagekomen antwoorden van na de feestdagen. Ik wacht graag de informatie aan de Kamer af over de bereikbaarheid over land van vliegveld Lelystad die na het plaatsvinden van de bestuurlijke overleggen eind deze maand wordt verwacht. Mijn fractie vindt het van wezenlijk belang dat wanneer van de Schiphol Groep als exploitant grote investeringen worden verwacht en wanneer bepaalde vliegmaatschappijen hun nek uitsteken, ook de Rijksoverheid haar uiterste best doet om ten minste helderheid te scheppen over de te verwachten bijdrage aan de ontwikkeling van Lelystad Airport.
Over de hinderreductie op Schiphol heb ik nog wel een aanvullende vraag; afgesproken is immers dat tot 2020 5% hinderreductie wordt bereikt en daarna volgens het 50/50-principe de voordelen van de hinderreductie gelijkelijk worden verdeeld tussen omgevingskwaliteit en extra vliegruimte. De voordelen boven 5% tot 2020 komen echter volledig ten goede aan de omgevingskwaliteit en dat lijkt me een gemiste kans, we willen immers de luchtvaartmaatschappijen ook vandaag de dag al een prikkel bieden om over te gaan tot innovatie. Waarom dan niet ook de winst boven de 5% volgens het 50/50-principe verdelen, zou dat geen win-winsituatie opleveren? Graag nogmaals een inhoudelijke reactie van de staatssecretaris op dit punt.
Dan over het Helios-rapport, dat volgens mij veel minder afwijkt van het eerdere onderzoek van de luchtverkeersleiding dan hier wel wordt beweerd. Zo neemt Helios een aantal criteria niet mee in de beoordeling en geeft het instituut ook zelf toe dat ‘niet verklaarbaar’ en ‘niet correct’ twee volstrekt verschillende zaken zijn. Goed ook dat de Alderstafel (inclusief bewonersorganisaties) zich nog eens expliciet over het onderzoek heeft gebogen en unaniem heeft geconcludeerd dat de verschillen in uitkomsten goed verklaarbaar zijn. Wel zou ik in het kader van openheid en duidelijkheid graag zien dat op dagelijkse basis voor bewoners de keuze voor het baangebruik met bijbehorende motivering na te lezen is, bijvoorbeeld op de website van de luchtverkeersleiding. Dit zou, zo concludeert ook Helios, al een hoop onrust wegnemen. Kan de staatssecretaris toezeggen hiermee aan de slag te gaan?
Dan kom ik aan de voor vandaag geagendeerde verzamelonderwerpen, te beginnen met de regionale vliegvelden:
In het Aldersakkoord voor Eindhoven Airport is afgesproken om tussen 11 uur ’s avonds en middernacht uur maximaal vier zogeheten ‘slots’ (dus starts of landingen) toe te staan. Nu dit akkoord wordt omgezet in een concept luchthavenbesluit lijkt dit eenzijdig te zijn gewijzigd in het getal van maximaal acht landingen tussen 11 uur ‘s avonds en middernacht en in uitzonderingssituaties uitloop tot 01.00 uur ‘s nachts, met grote ergernis bij omwonenden tot gevolg. Graag hoor ik van de staatssecretaris wat de reden is van deze eenzijdige wijziging, want het lijkt mij toch dat aan afspraken moet worden vastgehouden, tenzij zwaarwegende argumenten daar tegen pleiten.
Maastricht/Aachen Airport heeft in oktober jl. van de staatssecretaris extra tijd gekregen om te pogen een zakelijk gezond ondernemingsplan te ontwikkelen. Sinds die tijd is het echter niet louter goed nieuws dat vanuit Limburg tot ons komt, zo heeft Ryanair laten weten er in maart a.s. zijn basis te sluiten. Zijn er nog recente ontwikkelingen, zo vraag ik de staatssecretaris, die maken dat haar vertrouwen in de continuïteit van de luchthaven is gewijzigd? Het kan op de warme steun van de VVD rekenen dat de luchthaven tijd en ruimte krijgt om haar zaakjes voor elkaar te krijgen, maar ik wil graag nogmaals de verzekering dat hier geen extra financiering van Rijkswege mee gemoeid is.
Het voornemen om de kosten van de luchtverkeersleiding op regionale luchthavens in de toekomst te laten dragen door die luchthavens zelf heeft in beginsel de steun van mijn fractie. Het lijkt, mede gezien de mondiale concurrentie, onvermijdelijk dat dit niet langer door de op Schiphol actieve luchtvaartmaatschappijen wordt opgebracht. Wel is van groot belang dat er vroegtijdig duidelijkheid komt over rechten en plichten voor de regionale luchthavens, met daarbij een redelijke overgangstermijn. Wanneer hoopt de staatssecretaris hier de gewenste duidelijkheid te scheppen?
Vorig voorjaar heb ik, naar aanleiding van berichten aan mijn adres van reclameondernemers dat het nog altijd niet mogelijk was om op zondag met reclamesleepvliegtuigen te vliegen, de staatssecretaris per motie opgeroepen de regelgeving hieromtrent in overeenstemming te brengen met de moderne tijd. Dit is voortvarend opgepakt, waarvoor dank, waardoor per 1 oktober jl. ook op zondag tussen 11.00 en 19.00 uur met reclamebanners kan worden gevlogen. Dit levert de sector per direct een inkomstenstijging van 20% (ongeveer 300.000 euro) op en is een uitstekend voorbeeld van het terugdringen van overdreven regelgeving die goedwillende ondernemers in de weg zit, een voortdurend punt van ergernis en aandacht voor mijn fractie. Heeft de staatssecretaris de indruk dat de nieuwe regeling nu naar tevredenheid werkt?
De staatssecretaris heeft onderzoeksbureau Stichting Economisch Onderzoek (SEO) gevraagd om de twee mogelijk alternatieven voor de concept verordening voor compensatie van passagier bij langdurige vertraging, waaronder de zogenaamde optie twee waar mijn fractie voorstander van is, nader te onderzoeken. Wanneer verwacht zij dat dit onderzoek kan worden opgeleverd? Ook zijn er wijzigingen doorgevoerd in het handhavingskader van de ILT, waardoor hopelijk een deel van de onduidelijkheid wordt weggenomen. De staatssecretaris heeft een aantal cijfers naar de Kamer gestuurd inzake de afhandeling van klachten door de ILT. Daaruit valt echter niet op te maken of de tevredenheid van klagers met de afhandeling door ILT na aanpassing van het handhavingskader is toegenomen, graag daarop nog een inhoudelijke reactie van de staatssecretaris.