Spreektekst Ton Elias – VVD – nota-overleg 8 april 2013
Meerjaren Programma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)
MdV, De Kamer bespreekt vandaag slecht nieuws en goed nieuws. Het slechte nieuws is al meer dan uitgebreid besproken: er wordt 250 miljoen structureel per jaar bezuinigd tot 2028. Dat is een politiek fait accompli, waar we de hele dag nog over kunnen doorzeuren – of waar we nu een dikke streep onder zetten. De VVD doet het laatste, temeer waar zij bij de behandeling van dit Meerjaren Programma Infrastructuur, Ruimte en Transport, ik spreek het vandaag één keer voluit uit, om het vanaf nu over het MIRT te kunnen hebben, wil vaststellen dat het de minister en de staatssecretaris gelukt is een zeer aanvaardbaar pakket op tafel te leggen. We hebben allemaal veel bestuurders op bezoek gehad en zijn het land in getrokken voor werkbezoeken en ik heb van veel bestuurders en politici gehoord dat ze het een prestatie van formaat vinden, wat er nu geleverd is. Zeker, er is een aantal projecten geschrapt – maar niet veel. En zeker, een aantal projecten begint later, maar ze beginnen wel. Er is ieder jaar, van nu tot 2028, bijna vijf en een half miljard euro beschikbaar voor infrastructuur; het is goed om dat naast alle oppositionele ketelmuziek die steeds luid klinkt, verdraaid goed te blijven beseffen. Daarbij is ervoor gekozen om alle middelen te beleggen. En de partijen die nu moord en brand schreeuwen dat er te weinig wordt geïnvesteerd, hebben geen recht van spreken, omdat ze eind november tegen de motie Elias-Kuiken hebben gestemd, die zo’n maximale wegenplanning mogelijk maakte. Het is onheus om aan de ene kant geld niet vrij te geven én aan de andere kant moord en brand te roepen dat projecten niet doorgaan. En het is onbeschaamd om in de Kamer te zeggen dat je tegen projecten zult stemmen die nog wel doorgaan en buiten de deur tegen de bevolking te roepen dat de bezuiniging niet deugt. Dat is je reinste volksverlakkerij – en ik roep de partij die dat gedaan heeft dan ook op bij zinnen te komen en alsnog voor het vrijgeven van de nog wél beschikbare gelden te stemmen. Ik vraag u daarom toestemming om al in deze termijn een motie in te dienen over specifiek dit punt (in navolging van art. 66 lid 2 Reglement van orde).
De minister heeft, zoals ik al zei, een zodanige keuze gemaakt dat slechts een beperkt aantal projecten geschrapt wordt, terwijl bij een aantal andere projecten de start met één of meerdere jaren wordt vertraagd. De VVD-fractie vindt dat een goede keuze.
In het bezuinigingsvoorstel is ervoor gekozen om beheer en onderhoud buiten schot te houden – ook een goede keuze. De bezuiniging wordt verder evenredig verdeeld over wegen, vaarwegen, OV/spoor en regionaal/lokaal. Concreet betekent dit een verdeling van respectievelijk 51%, 7%, 33% en 8%. De VVD-fractie onderschrijft die verdeling.
In de gesprekken en onderhandelingen met de regio’s zijn pakketten van projecten opgesteld. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
1. Projecten uit het Regeerakkoord worden onverminderd doorgezet: Blankenburgtunnel, Ring Utrecht (A27 Amelisweerd), Spoorbeveiligingssysteem ERTMS, Overwegen, grensoverschrijdend spoorvervoer en het programma Beter Benutten.
2. Projecten die de robuustheid en veiligheid van het wegen- en spoornet verbeteren worden onverminderd doorgezet: A13/A16 bij Rotterdam, Doortrekken A15, Rijnlandroute.
3. Voor de overige projecten is het economisch rendement doorslaggevend. Dit wordt bepaald aan de hand van maatschappelijke kosten baten analyses (MKBA).
4. Bijdrage van projecten aan doelen van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), de ambities en opgaven uit de regionale gebiedsagenda’s en financiële bijdragen van de regio’s zijn ook meegewogen.
MdV, de VVD onderschrijft alle vier deze uitgangspunten. En dus ook dat enkele projecten zijn geschrapt, die daaraan niet voldeden. Het betreft hier de N23 2de kraal Noord-Holland (ik kom daar straks nog even op), het Aquaduct Scharsterrijnbrug (A6), het stukje A67 Leenderheide-Geldrop (fase 2), het zogeheten no-regret pakket A67, de studie over het stuk N35 Wijthmen – Nijverdal (ook daarover kom ik nog te spreken), de N50 Kampen – Kampen Zuid en enkele spoorprojecten, waarover mijn collega De Boer het woord zal voeren.
De overige projecten gaan onverminderd door of de start wordt enigszins vertraagd. Zoals gezegd: relatief goed nieuws – en: de minister heeft deze forse bezuinigingsoperatie op een begroting waar veel belangen meespelen, knap verwerkt.
Dat betekent wat ons betreft ook dat we het eens zijn met de spelregels bij dit MIRT: we zijn het eens met de opzet om tot regionale pakketten te komen en met het feit dat eventuele wijzigingen alleen binnen die pakketten kunnen worden aangebracht, waarbij geldt: meer geld voor het ene project betekent evenveel minder voor iets anders binnen het regionale pakket. Hetzelfde geldt voor het ongedaan maken van een temporisering; daar moet dan een ander project voor vertraagd worden. Ook hieromtrent geldt dat ik namens de VVD beide uitgangspunten ondersteun.
Voor ik overga tot het bespreken van een aantal specifieke projecten moet me nog één belangrijk punt namens onze fractie van het hart.
Tijdens de begrotingsbehandeling 2013 afgelopen november heb ik naast de afspraken uit het Regeerakkoord over de Blankenburgtunnel en de Ring Utrecht A27 Amelisweerd nog vijf andere topprioriteiten voor de VVD benoemd: – doortrekken A15 naar A12; – A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere; – A28/A1 knooppunt Hoevelaken; – N35 Zwolle – Wijthmen – Nijverdal – Wierden – Almelo; – A13/A16 Rotterdam.
Dit heb ik destijds bewust gedaan omdat deze projecten onbetwist bijdragen aan het verdienvermogen van Nederland. Het is goed om te zien dat vooral de begeleidende brief van de minister dit uitgangspunt ook centraal stelt.
Het kan niet genoeg worden benadrukt: wij leggen die wegen niet aan als automobilistenhobby, wij leggen die wegen niet aan uit verkiezingsoverwegingen – wij leggen die wegen aan omdat het economisch goed is voor Nederland! Van de 2e Maasvlakte via de Blankenburgtunnel en de A15 – A12 dóór kunnen rijden naar Duitsland is voor het beroepsgoederenvervoer essentieel, dat steunt de economie. Ik beheer deze portefeuille nu bijna een jaar, maar ik ben nog steeds niet gewend aan de ontstellende naïviteit van vooral linkse partijen om dit gegeven niet onder ogen te zien – of het zou bewuste en ideologisch gefundeerde blindheid moeten zijn. Al die belastingeuro’s die collega’s willen binnenharken en vervolgens verjubelen – die moeten toch ook eerst een keer ergens worden verdiend, niet?!
Wegen verbeteren, verbreden en aanleggen – dat is dus goed voor de economie. Het is meer dan van harte meegenomen dat het fijn is voor autominnend Nederland, maar dat is niet de hoofdreden; dát is het verdienvermogen van Nederland!
Het is dan ook in dat verband, dat ik er namens de VVD-fractie buitengewoon verheugd over ben dat alle topprioriteiten die ik bij de begrotingsbehandeling namens de VVD heb genoemd, overeind zijn gebleven. De Blankenburgtunnel, Ring Utrecht A27 Amelisweerd, doortrekken van de A15, de A13/A16 én zeker niet te vergeten de N35 tussen Nijverdal en Wierden worden zonder vertraging doorgezet.
Twee deeltrajecten van de A1/A6/A9 en de A28/A1 (knooppunt Hoevelaken) zijn in het voorstel getemporiseerd, maar, zeg ik met nadruk, ze gaan wel door.
Al met al kan de VVD dit voorstel op grote lijnen te steunen. Op drie belangrijke punten willen we wijzigingen aanbrengen – en die zullen in tweede termijn ook met moties worden belegd, samen met coalitiepartner PvdA. Dat betreft dan allereerst de A1. Vanaf 2020 loopt deze buitengewoon belangrijke route van Rotterdam naar het Ruhrgebied vast, vooral rond Deventer (naar Azelo en vanaf Amersfoort). De regio legt bij elkaar 140 miljoen op tafel om toch al in 2017 te kunnen beginnen en we moeten een maximale poging ondernemen om te zorgen dat dat dan ook daadwerkelijk gebeurt. Geweldig hoezeer de Regio hier meedenkt en over de brug komt; dat verdient echt een constructieve opstelling vanuit Den Haag.
Ook in Brabant is de provincie actief; daar willen de bestuurders niet in de wielen gereden worden als ze met creatieve oplossingen bezig zijn rond de A59 (Oostelijke Langstraat; regio Waalwijk – Den Bosch). Wij als Kamerleden horen klachten over gebrek aan medewerking van I&M en Rijkswaterstaat; voor ons is bijster moeilijk te beoordelen of regiobestuurders nu tegen conservatief denken en onwil vanuit Den Haag aanlopen of omgekeerd zodanige ruimte claimen dat landelijke doelstellingen in gevaar zouden kunnen komen, waarop nu juist die landelijke instanties behoren toe te zien. De regionale gebiedsontwikkeling, althans dat claimt de Regio zelf, kan zonder extra financiële middelen van het Rijk worden opgepakt, wanneer allerlei bestuurlijk op te lossen problemen die in de weg zitten, met een experimenteerstatus te verhelpen zouden zijn. Dat wil mijn fractie graag ondersteunen – zeker als daar landelijk van te leren zou zijn.
Zelf vraag ik nog eens nadrukkelijk aandacht voor de N35 – de fameuze weg tussen Zwolle en Almelo, inmiddels al een aantal jaren succesvol geframed als het ‘karrespoor’. De N35 is voor de regio van groot belang en draagt bij aan een goede oost-west verbinding tussen Zwolle en Almelo.
We zijn blij dat met de Dijsselbloembrief het stuk Zwolle – Wythmen weer naar voren is gehaald, zodat daar de schop in 2014 de grond in kan. Verder is het natuurlijk buitengewoon goed dat het stuk tussen Nijverdal en Wierden gewoon in de versoberde variant kan worden aangelegd, waarvoor twee keer 40 miljoen euro beschikbaar is. Ik wil hier één keer hardop gezegd hebben dat het door de inzet van de VVD-fractie in de Tweede Kamer is gekomen dat dit overeind gebleven. Ik zeg dat zo nadrukkelijk omdat mijn fractie zich er zeer aan heeft gestoord dat door collega’s uit deze kamer, willens en wetens tegen de feiten in, in de regio anders is beweerd. Zo horen wij geen politiek te bedrijven.
Wat daar ook van zij, ik begrijp dat ook die versoberde variant niet voor twee keer 40 miljoen zou lukken en dat er nog twintig miljoen tekort zou zijn, waarbij gefluisterd wordt, dat wanneer de regio 10 miljoen neerlegt en het Rijk ook, men eruit zou zijn. Kan de minister dat bevestigen? En wil ze nadrukkelijk meenemen dat zeer recent (vorige week) is onderzocht of voor die laatste hobbel niet toch een goedkoper uitvallende variant zou kunnen worden ingezet. Ik hoor hier erg graag de toezegging dat deze hobbel nu werkelijk genomen gaat worden, met als inzet maximaal 100 miljoen voor een sobere variant (misschien dus 94 miljoen) en 50/50% Rijk/Provincie.
En dan is er nog het weggedeelte tussen Wythmen via Raalte naar Nijverdal. Daar is 5 miljoen voor een studie naar een echte oplossing geschrapt. Mijn fractie heeft begrepen dat ook hier de Provincie Overijssel 10 miljoen op tafel zou willen leggen, wanneer althans die vijf miljoen vanuit het Rijk opnieuw kan worden ingezet, maar dan niet voor een papieren studie, maar voor echt asfalt. Er zijn aantoonbare veiligheidsproblemen met die weg en op grond daarvan zal ik in 2e termijn een motie indienen om het benodigde bedrag uit het budget voor ‘Meer veilig-3’ in te zetten.
Dan vraag ik nog aandacht voor een achttal niet onbelangrijke punten uit het MIRT:
1. De ontsluiting van het vliegveld Twente. Het zou in mijn ogen van wijsheid getuigen om te bezien of het Rijk in ieder geval zoveel mogelijk faciliterend zou kunnen optreden als het om een afslag van de A1 gaat tussen Hengelo en Oldenzaal. Er wordt hard gewerkt aan een zogeheten ‘business case’ en het Rijk zou moeten meewerken waar dat kan. Graag reactie minister. Kort gezegd komt het erop neer dat de investeerder graag betrokkenheid van het Rijk wil ‘voelen’.
2. Inzake het geschrapte project N23 Tweede Kraal is de Provincie Noord-Holland creatief bij het zoeken naar mogelijkheden om het project toch door te laten gaan. Zo is het idee geopperd om dit project te financieren uit eventuele aanbestedingsmeevallers elders in de regio (bij de A9 Badhoevedorp om precies te zijn). Ik zou de minister willen vragen of een dergelijke inzet van aanbestedingsmeevallers mogelijk is binnen de regio en hoe zij daar tegenaan kijkt. En ja, ik weet dat de minister voorzichtig is omdat ze ook tegenvallers moet opvangen, maar niettemin graag haar reactie, ook op de tweede suggestie vanuit Noord-Holland, dat het Rijk grondposities die het bezit achter Assendelft ‘om niet’ inbrengt – dat scheelt de Provincie een hoop geld, zo wordt mij verzekerd.
3. Het verbreden van de N33 bij Assen gaat tot mijn vreugde plaatsvinden in het kader van Publiek Private Samenwerking (PPS), waarbij ook pensioenfonds ABP voor het eerst participeert in een infrastructuurproject in Nederland. Gezien de diepe zakken van pensioenfondsen (in 2012 de biljoen euro aan vermogen gepasseerd) liggen hier wat mij betreft grote kansen; ik wil dan ook van de minister weten of zij deze indruk deelt en welke rol zij voor de Rijksoverheid ziet bij het steunen van PPS in het algemeen en het benutten van pensioengeld bij infrastructuurprojecten in het bijzonder. Ook vraag ik in dit verband speciale aandacht voor gewekte belangstelling bij verzekeraars in Nederland – ook bezitters van diepe zakken en daarom eveneens bepaald interessant als potentiële marktpartij.
4. Bij de A9 zou een aanzienlijk goedkopere variant mogelijk zijn bij het schrappen van de tunnel ter hoogte van Amstelveen; hoe kijkt de minister daar tegenaan? Zoals ik al zei, zijn wij als Kamerleden van alle kanten belobbied – en daar zijn bestuurders onder die erop wijzen dat er zeventien handtekeningen onder de deal van de A9-A1-A6-corridor (Schiphol-Amstelveen-Muiden-Almere) staan en dat ze als de dood voor precedentwerking zijn als er handtekeningen cq projecten gaan sneuvelen. Anderzijds is politiek draagvlak voor een aanzienlijk goedkopere oplossing bij Amstelveen in deze barre financiële tijden natuurlijk ook wel wat waard. Graag reactie. Mij bereikten ongeruste geluiden vanuit Flevoland, waar men vreest dat de aanpak van de A9 wellicht niet op tijd gereed is voor de wereldtuinbouwtentoonstelling “Floriade 2022”, die in Almere zal worden gehouden, terwijl het traject in vernieuwde vorm wel deel uit maakt van de gewonnen bieding. Graag ook hier de expliciete bevestiging van de minister
5. Veel zorgen bereiken ons vanuit de regio over het feit dat gedacht wordt dat de wet HOF (Houdbare Overheidsfinanciën) provincies en gemeenten verhindert om aan voorfinanciering te doen. Schriftuurgeleerden uit mijn eigen fractie terzake verzekeren mij dat die vrees ten onrechte is (ik heb een klein college EMU-saldo decentrale overheden mogen ondergaan) en ik wil de minister vragen vandaag aan te geven dat deze Wet HOF decentrale overheden inderdáád (anders dan wel gedacht wordt) niet hindert in het voorfinancieren van infraprojecten. Dat lijkt me voor het onderwerp dat we vandaag bespreken met het oog op de toekomst nogal van belang.
6) Brief Dijsselbloem van vrijdag 1 maart bevat op pagina 7 een interessante 2e noot met een aantal benoemde projecten die onder die 300 miljoen extra voor 2014 kunnen vallen; mijn vraag aan de minister is of ze eventueel vindt dat deze NIET geoormerkt zouden moeten zijn, m.a.w. bijvoorbeeld ook zouden moeten kunnen worden ingezet voor delen van het zogeheten no regret-pakket van de A67 in Limburg en Brabant of om de financiële cq kasritmepijn die in Zuid-Holland optreedt te verzachten bij de voorfinanciering van de zogeheten Parallelstructuur rond Gouda en mbt de Rijnlandroute.
7. Het project ‘Verzorgingsplaatsen’ is in de MIRT-plannen van de minister minimaal één jaar naar achteren geschoven en zal op zijn vroegst in 2016 opgeleverd worden. Onderdeel van het project is ook een fors aantal extra parkeer- en verzorgingsplaatsen voor vrachtverkeer op de A67 Leenderheide-Geldrop. Het kabinet heeft 300 miljoen extra toegezegd voor investeringen in infrastructuur in 2014, waarbij ook 700 parkeerplaatsen langs onder andere de A67 worden aangelegd. De VVD-fractie ziet graag dat zeker het onderdeel van het project ‘Verzorgingsplaatsen’ dat op de A67 betrekking heeft, hierin voorkomt. Kan de minister dit toezeggen?
8. Over de verdeling van de financiering van lokale en regionale ontsluitingen heb ik nog een algemeen punt. Gemeenten en regio’s stellen verkeersplannen op en doen aan gebiedsontwikkeling, daarin staan ook de gewenste ontsluitingen op rijkswegen. Momenteel wordt veelal het initiatief genomen vanuit het rijk, maar dat zou je net zo goed vanuit de gemeenten kunnen initiëren die het dan in hun grondexploitaties kunnen opnemen. Uiteraard blijft het Rijk verantwoordelijk voor het rijkswegennet, maar zou het niet een idee zijn om deze lokaal en regionaal gewenste ontsluitingen als dat mogelijk is via grondexploitaties (mede) te financieren? Uiteraard moet daarbij goed gekeken worden wat haalbaar is en wat niet.
Tot zover over het MIRT. Over de A27 en de commissie-Schoof, tenslotte, kan ik kort zijn: de besluitvorming is, ik citeer, “juist en afdoende’ geweest en alternatieven zijn “terecht afgevallen”, terwijl de variant met twee maal zes rijbanen ”onvoldoende veilig” is. De Minister kan dus aan de slag. Van belang vindt mijn fractie in hoge mate tevens de conclusie van dit onafhankelijke onderzoek dat besluiten zijn voorbehouden aan bestuurders en politici en dat belangengroeperingen de spelregels beter moet worden voorgehouden. Neemt de minister de voor de VVD-fractie zo belangrijke aanbeveling over, zo vraag ik graag tenslotte. Meneer de voorzitter, wij gaan de komende 15 jaar 5.5 miljard euro per jaar uitgeven aan Infrastructuur. Dat is goed voor onze economie en voor de bereikbaarheid en mobiliteit in ons land.