Spreektekst Ton Elias derde termijn onderwijstijd d.d. 22-11-2011
Voorzitter. De VVD heeft in eerdere onderdelen van deze behandeling duidelijke voorwaarden gesteld om in te kunnen stemmen met het wetsvoorstel. De minister heeft voor mijn fractie belangrijke toezeggingen gedaan en mijn fractie zal in de praktijk nauwkeurig op de naleving daarvan toezien. Indien nodig komt er een Algemene Maatregel van Bestuur, waarvan de minister reeds de hoofdlijnen heeft geschetst. Krijgen leerlingen wel ten minste 1000 uur onderwijs — nu is dit 1040 uur geworden — die voldoen aan de criteria voor onderwijstijd en heeft de medezeggenschap ingestemd met de juiste kwantitatieve en kwalitatieve invulling van die uren? Dat zijn de elementen waarop de inspectie kan en zal toetsen.
De minister kan bij Algemene Maatregel van Bestuur nadere eisen stellen aan door de scholen te verstrekken informatie inzake de invulling van lesuren. De minister gaat er vooralsnog van uit dat dit niet nodig is, maar daarvoor zijn wel themaonderzoeken nodig. Het eerste onderzoek dat de minister zal verrichten, gaat over het schooljaar 2011-2012. Ik wacht het resultaat van dit onderzoek met belangstelling af. Als het nodig is, komt de Algemene Maatregel van Bestuur er. Die is er dan niet voor niets en kan een stok achter de deur zijn.
Ik wil een beetje relativerend zijn over het voorstel om onder speciale condities naar 1040 uur te gaan. Ik heb niet voor niets in mijn eerste termijn oud-minister-president Van Agt aangehaald. Die zei: dat heb je wel eens in de politiek, de één wil een kameel en de ander wil een paard en uiteindelijk krijg je een dromedaris. Het beest heeft er nu weer een klein bultje bij. Het is niet verschrikkelijk rampzalig. Ik beschouw de uitkomst, met de maatwerkuren, die deels voor leerlingen met een achterstand of voor excellente leerlingen zullen worden ingezet, als een politiek aanvaardbaar compromis, waarmee de VVD kan leven. Dat zal althans mijn advies aan mijn fractie zijn.
De nota van wijziging heeft bepaald niet de voorkeur van mijn fractie, maar is als onderdeel van de totale wet acceptabel, afgezet tegen de situatie waarin deze wet niet tot stand zou zijn gekomen. Collega Van der Ham heeft gevraagd wat er overblijft. De heer Biskop heeft bij interruptie heel helder aangegeven wat overblijft: een heleboel. Daarbij verwees hij naar wat de minister aan het einde van haar verhaal zei. De positie van ouders en andere belangrijke dingen worden geregeld. Voor mijn fractie geeft de doorslag dat deze wet ervoor zorgt dat scholen les moeten geven en dat er minder gehang in de gang en gedrentel op het schoolplein zal zijn. Dat is voor ons de kern. Daarom zal de VVD instemmen met dit wetsvoorstel, als het aan mij ligt.