Spreektekst Ton Elias AO Laaggeletterdheid d.d. 2011-10-12
(Alleen gesproken tekst geldt)
In het regeerakkoord is door het Kabinet toegezegd een actieplan te ontwikkelen om de laaggeletterdheid aan te pakken.
De in het genoemde actieplan voorgestelde maatregelen zijn een vervolg op het Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006-2010 ‘Van A tot Z betrokken’. Volgens het rapport ‘Opbrengsten in beeld’ van het Centrum van Innovatie voor Opleidingen (CINOP) uit 2011 blijkt dat ondanks alle genomen maatregelen nog altijd 10% van de beroepsbevolking laaggeletterd is. Volgens de Minister komt dit, omdat het een zogenaamde ‘dynamische groep’ betreft. De uitstroom is gelijk aan de instroom. Volgens het genoemde rapport is de prognose dat in 2020 nog steeds 10% van de beroepsbevolking laaggeletterd is, mede daarom acht het Kabinet nieuwe maatregelen nodig.
Voor we nou aan een nieuw actieplan beginnen, hoe zorgen we er nu voor dat we die verkeerde dynamiek eruit halen?! Dus: dat we straks niet zeggen ‘het is wel gelukt, we hebben een hele hoop mensen van laaggeletterdheid afgeholpen, maar helaas, toch is nog steeds tien procent laaggeletterd?!’ Vraag: hoe voorkomen we dit? Antwoord vind ik onvoldoende in de stukken, dus krijg ik het graag nu! Ik zeg het maar even cru: voor ik namens mijn fractie gelden voteer, wil ik zeker weten dat het niet is om tegen allerlei actiegroepen en belangenclubs te kunnen zeggen: we hebben d’r aandacht voor hoor, we geven er een kleine zeventig miljoen aan uit (over de cijfers straks meer) dus het zit wel goed. Nee, ik wil dat het tot iets leidt en dat het werkt en eerder zeg ik geen ja – zo simpel is dat.
1) Actieplannen PO/VO/MBO: oké, eens. Niet genoeg kan het belang worden benadrukt van een centrale eindtoets en van het leerlingvolgsysteem.
2) Volwasseneneducatie nadruk geletterdheid (taal en rekenen): oké, eens.
3) Algemeen: VVD kan zich in grote lijnen vinden in doelstellingen actieplan. Geletterdheid vergroot economische kansen van mensen; volwassenen die laaggeletterd zijn, lopen meer kans om werkloos te raken en te blijven. Voorts heeft iedereen in Nederland basiskennis taal en rekenen nodig om deel te kunnen nemen in de maatschappij. Nu beheerst een grote groep Nederlanders niet het taalniveau van het eind van de basisschool. 10% van de beroepsbevolking laaggeletterd, waarvan het grootste gedeelte 45 jaar of ouder is. Anderhalf miljoen mensen laaggeletterd, meer dan een miljoen (1,1 miljoen!) daarvan behoort tot de potentiële beroepsbevolking (waarvan ruim 500.000 werkloos). Dit is natuurlijk een “onwelgevallige waarheid”, maar wel een zeer reëel probleem. Dat een grote groep Nederlanders het eindniveau van de basisschool niet onder de knie heeft vind ik schokkend. Nogmaals: leerlingvolgsysteem, eerder bijsturen in het primair onderwijs.
4) Óf ik ben zelf laaggeletterd en kan niet goed lezen, of wat voor mij de kernvraag vind ik niet of onvoldoende in de stukken: hoe krijgen we meer mensen naar de cursus. Het gaat veel over het verbeteren van het aanbod, over het aanpassen van definities (ook gebrek aan digivaardigheid gaat meedoen), allemaal prima, en belangrijk ook, maar: hoe krijgen we ze erbij?? Er staan wat brabbelzinnen op pagina 5, maar die zeggen mij niks, want dat is Haags koeterwaals. Ik citeer de Minister: “Ik zal, samen met de betrokken departementen, met voorstellen komen om prikkels in het systeem in te bouwen om volwassenen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid om educatietrajecten te volgen en daadwerkelijk af te ronden. De relatie met het arbeidsmarkt- en re-integratiebeleid van de minister van SZW is hierbij onderwerp van onderzoek.” Ik wil veel meer weten over de manier waarop de al dan niet informele digitale leeromgevingen zullen worden ingezet, voor ik er ja tegen zeg om hier 4 miljoen voor uit te geven. Ik weet wel dat de rest van de Kamer 4 miljoen peanuts vindt, maar IK dus niet.
Over geld gesproken: paar vragen over de Financiën: p. 4 brief: er is 58 miljoen voor laaggeletterdheid en volwasseneneducatie binnen de 116 miljoen educatiegelden (P. 39 vd OCW-begroting), daarvan wordt 5 miljoen nu apart gezet voor de pilots (ik zou zeggen ‘proefprojecten’…) van de stichting Lezen & Schrijven. Vraag: zit die 5 miljoen binnen die 58 binnen die 116 of binnen het andere deel van die 116 miljoen? Indien binnen die 58, dan geven we dus 58 (inclusief of exclusief 5 miljoen) + 4 nieuwe aanvalsplan + 3 miljoen voor kunst van Lezen (dat op zich onze instemming heeft) = 65 (of 70) uit voor laaggeletterdheid, exclusief analfabetisme?? Graag duidelijkheid.
Enkele punten nog: ik wil benadrukken, dat de VVD-fractie er aan hecht het commerciële onderwijs toegang te geven tot educatie aan laaggeletterden. Het voortrekken van het bekostigde onderwijs moet wat mij betreft van tafel. Deze oproep deed ik eerder tijdens het algemeen overleg inzake het middelbaar beroepsonderwijs op 20 maart van dit jaar. Gemeenten zijn nu verplicht volwasseneneducatie in te kopen bij de door het Rijk gefinancierde ROC’s. De Minister gaf destijds aan dat ze het beschikbare budget voor de aanpak van laaggeletterdheid niet wil versnipperen, onder de voorwaarde dat de ROC’s “goede waar leveren voor een redelijke prijs”. De vraag is of de gedwongen winkelnering leidt tot de door de Minister beoogde prijs/kwaliteitsverhoudingen, voorts is nog onduidelijk welke prijs/kwaliteitsverhoudingen de Minister wil stellen.
Verder: Wat betekent de nieuwe definitie voor het aantal laaggeletterden?
– Hoe gaat de Minister de versnippering concreet aanpakken? Veel verschillende initiatieven (Digivaardig&Digibewust van Economische Zaken; Centiq van Financiën (gericht op financiële geletterdheid) en niet te vergeten het hele inburgeringsbeleid. Hoe worden deze losse initiatieven aan elkaar gekoppeld?
-Hoeveel mensen zijn laaggeletterd, maar wel ‘digivaardig’?
-En tenslotte: moet niet véél meer worden gebruikgemaakt van de consultatiebureaus en de Op Stapprojecten, want DAAR wordt laaggeletterdheid onmiddellijk herkend en vastgesteld.